136. vertritt die Auffassung, dass die Fischereitätigkeiten sich gebührend in den Gesamtkontext der meeresbezogenen Tätigkeiten einfügen und danach ausrichten müssen – Seeverkehr, Schiffstourismus, Offshore-Windkraftanlagen, Aquakultur – und dass sie in Schwerpunkte für meeresbezogene Tätigkeiten integriert sein müssen;
136. denkt dat de visvangst degelijk geïntegreerd en gestructureerd moet worden in de ruimere kontekst van de ekonomische bedrijvigheid op zee, zoals zeevervoer, toerisme, windmolenparken buiten de kust en aquacultuur, en in gegroepeerde maritieme activiteiten opgenomen moet worden;