(3) Bei plötzlich ausbrechenden Seuchen, kritisch niedrigen Überlebensraten nach der Smolt-Phase oder anderen unvorhersehbaren Entwicklungen setzt der Rat eine TAC fest, die niedriger ist als diejenige, die sich aus der in Absatz 1 genannten fischereilichen Sterblichkeit ergeben würde.
3. In geval van een plotselinge uitbraak van ziekten, gevaarlijk lage overlevingspercentages van jonge zalm in het post-smoltstadium of andere onvoorziene ontwikkelingen, stelt de Raad een TAC vast die lager is dan de TAC die voorvloeit uit de toepassing van de in lid 1 bedoelde visserijsterftecoëfficiënt.