Vertaling van "finnland wird seit " (Duits → Nederlands) :

Finnland ist seit 1995 Mitglied der EU, und mit der heutigen Annahme der Chemikalienverordnung durch das Europäische Parlament wird Finnland nunmehr nach mehr als zehn Jahren Mitgliedschaft seine erste Agentur der Europäischen Union erhalten.
Finland is een EU-lidstaat sinds 1995 en met de aanneming vandaag van de richtlijn inzake chemische stoffen door het Europees Parlement krijgt Finland nu zijn eerste Europees Agentschap, dus na meer dan tien jaar lidmaatschap.

Zusätzlich zur Satellitenüberwachung brauchen wir z. B. dasselbe Alarm- und Präventionssystem für Waldbrände, das nun schon seit Jahren erfolgreich in Finnland eingesetzt wird.
Naast monitoring door satellieten hebben wij hetzelfde soort alarm- en preventiesysteem voor bosbranden nodig als bijvoorbeeld in Finland al decennialang met succes wordt gebruikt.

In dem Bericht wird vermerkt, dass seit der Einführung der Eurozone kleinere Volkswirtschaften bessere Leistungen erzielt haben als größere Volkswirtschaften, wobei insbesondere Irland, Finnland, Griechenland, Luxemburg und Spanien eine höhere durchschnittliche Wachstumsrate zu verzeichnen haben als der Durchschnitt der Eurozone.
Het verslag stelt vast dat kleine economieën op het gebied van groei beter hebben gepresteerd dan grote economieën sinds de invoering van de eurozone, waarbij met name Ierland, Finland, Griekenland, Luxemburg en Spanje een hogere gemiddelde groei hebben bereikt dan het gemiddelde van de eurozone, en we zijn van mening dat lessen kunnen worden geleerd van dergelijke ontwikkelingen.

In Finnland wird seit langem eine erfolgreiche Sozialpolitik betrieben, mit der der Alkoholkonsum in Grenzen gehalten werden soll.
In Finland is zeer lang een succesvol sociaal beleid gevoerd waarmee wordt getracht de alcoholconsumptie te beperken.

Dem lebenslangen Lernen wird schon seit langem ein wichtiger Stellenwert im Rahmen der Wachstums-, Wettbewerbs- und Beschäftigungsstrategie in Finnland eingeräumt.
Levenslang leren is lange tijd beschouwd als een motor van de Finse groei, concurrentiekracht en werkgelegenheidsstrategie.

Die Regierungen der Mitgliedstaaten und die Europäische Kommission waren wie folgt vertreten: Belgien Herr Philippe MAHOUX Minister für das Bildungswesen der französischen Gemeinschaft Dänemark Herr Ole VIG JENSEN Minister für Bildung Deutschland Herr Dieter BREITENBACH Minister für Wissenschaft und Kultur: Land: Saarland Griechenland Herr Georgios PAPANDREOU Minister für Bildung und Kultusfragen Spanien Herr Gustavo SUÁREZ PERTIERRA Minister für Bildung und Wissenschaft Frankreich Herr François BAYROU Minister für das Bildungswesen Irland Frau Niamh BHREATHNACH Ministerin für das Bildungswesen Italien Herr Giancarlo LOMBARDI Minister für das Bildungswesen Luxemburg Frau Erna HENNICOT-SCHOEPGES Ministerin für Bildung und Berufsbildung Österreich Herr Erhard BUSEK Bundesminister für Unterricht und kulturelle Angelegenheiten Niederlande Herr Jozef Maria M. RITZEN Minister für Bildung, Kultur und Wissenschaft Portugal Herr João de VALLERA Stellvertreter des Ständigen Vertreters Finnland Herr Olli-Pekka HEINONEN Minister für Bildung Schweden Frau Ylva JOHANSSON Ministerin für Bildung Vereinigtes Königreich Herr Tim BOSWELL Parlamentarischer Staatssekretär, Ministerium für Bildung Kommission Frau Edith CRESSON Mitglied QUALITATIVE VERBESSERUNG UND DIVERSIFIZIERUNG DES ERWERBS VON FREMD- SPRACHENKENNTNISSEN UND DES FREMDSPRACHENUNTERRICHTS IN DEN BILDUNGSSYSTEMEN DER EUROPÄISCHEN UNION - ENTSCHLIESSUNG DES RATES Der Rat stimmte der folgenden Entschließung zu, die auf einer seiner nächsten Tagungen nach der endgültigen Erstellung der finnischen und der schwedischen Sprachfassungen förmlich angenommen werden soll: "Einleitung Der Rat und die im Rat vereinigten Minister für das Bildungswesen haben sich seit ihrer Entschließung von 1976 mit einem Aktionsprogramm im Bildungsbereich mehrfach dafür eingesetzt, daß der Fremdsprachenunterricht in der Union gefördert wird.
De Regeringen van de Lid-Staten en de Commissie van de Europese Gemeenschappen waren als volgt vertegenwoordigd : België : de heer Philipe MAHOUX Minister van Onderwijs van de Franse Gemeenschap Denemarken : de heer Ole VIG JENSEN Minister van Onderwijs Duitsland : de heer Dieter BREITENBACH Minister van Wetenschappen en Cultuur van Saarland Griekenland : de heer Georgios PAPANDREOU Minister van Onderwijs en Kerkelijke Zaken Spanje : de heer Gustavo SUÁREZ PERTIERRA Minister van Onderwijs en Wetenschappen Frankrijk : de heer François BAYROU Minister van Onderwijs Ierland : mevrouw Niamh BHREATHNACH Minister van Onderwijs Italië : de heer Giancarlo LOMBARDI Minister van Onderwijs Luxemburg : mevrouw Erna HENNICOT-SCHOEPGES Minister van Onderwijs Oostenrijk : de heer Erhard BUSEK Minister van Onderwijs Nederland : de heer Jozef Maria M. RITZEN Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen Portugal : de heer João de VALLERA Plaatsvervangend Permanent Vertegenwoordiger Finland : de heer Olli-Pekka HEINONEN Minister van Onderwijs Zweden : mevrouw Ylva JOHANSSON Minister van Onderwijs Verenigd Koninkrijk : de heer Tim BOSWELL Staatssecretaris van Onderwijs Commissie : mevrouw Edith CRESSON Lid KWALITEITSVERBETERING EN DIVERSIFICATIE VAN TAALVERWERVING EN TAALONDERWIJS IN DE ONDERWIJSSTELSELS VAN DE EUROPESE UNIE - RESOLUTIE VAN DE RAAD De Raad heeft zijn goedkeuring gehecht aan onderstaande resolutie, die, na taalkundige bijwerking in het Fins en het Zweeds, tijdens een volgende zitting formeel zal worden aangenomen : "Inleiding Sinds de Raad en de Ministers van Onderwijs, in het kader van de Raad bijeen, in 1976 hun resolutie houdende een actieprogramma op onderwijsgebied aannamen, hebben zij herhaaldelijk geijverd voor de bevordering van het taalonderwijs van de Unie.

Der Rat stellt mit Genugtuung fest, dass der seit 1998 verzeichnete gesamtstaatliche Haushaltsüberschuss Finnlands im Jahr 1999 gestiegen ist und im Zeitraum 2000-2004 den Schätzungen zufolge über 4 % des BIP betragen soll, während der gesamtstaatliche Schuldenstand im Verhältnis zum BIP voraussichtlich weiter zurückgehen wird.
De Raad neemt er met voldoening kennis van dat het overschot van de totale Finse overheid, dat sinds 1998 wordt opgetekend, in 1999 toenam, en volgens de prognose gedurende de gehele periode 2000-2004 meer dan 4% van het BBP zal bedragen, terwijl de schuld van de totale overheid in verhouding tot het BBP naar verwachting verder zal afnemen.