Vertaling van "finanzialisierung " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

Finanzialisierung
financialisering

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

1. weist mit Nachdruck darauf hin, dass die derzeitige Wirtschafts- und Sozialkrise auch ein Ergebnis der neoliberalen Politik der Kommission ist, wonach die Deregulierung der Finanzmärkte, die Liberalisierung der Märkte für Waren und Dienstleistungen und die zunehmende Finanzialisierung der Märkte für Waren und Dienstleistungen und die zunehmende Finanzialisierung der Wirtschaft gefördert, die öffentlichen Investitionen zurückgefahren und die Deregulierung des Arbeitsmarkts gefördert werden; übt scharfe Kritik an der Kommission, dass sie keine Lehren aus diesem Tatbestand zieht; ist der Auffassung, dass die Maßnahmen der EU zur Bewältigung der Krise die weltweite Kapitalismuskrise verschärfen werden;
1. onderstreept dat de huidige economische en sociale crisis ook het gevolg is van het neoliberale beleid van de Commissie ter bevordering van gedereguleerde financiële markten, geliberaliseerde markten voor producten en diensten en de "financialisering" van de economie, alsook van de vermindering van de overheidsinvesteringen en de toenemende deregulering van de arbeidsmarkt; uit scherpe kritiek op het feit dat de Commissie daar geen lering uit trekt; meent dat de crisisbestrijdingsmaatregelen van de EU de wereldwijde kapitalistische crisis nog zullen verergeren;

A. in der Erwägung, dass die derzeitige Wirtschafts- und Sozialkrise auf die neoliberale Politik der Europäischen Union zurückzuführen ist, durch die die Deregulierung der Finanzmärkte, die Liberalisierung der Märkte für Waren und Dienstleistungen und die zunehmende Finanzialisierung der Wirtschaft gefördert, die öffentlichen Investitionen zurückgefahren und die Deregulierung des Arbeitsmarkts vorangetrieben werden;
A. overwegende dat de huidige economische en sociale crisis het gevolg is van het neoliberale beleid van de Europese Unie ter bevordering van gedereguleerde financiële markten, geliberaliseerde markten voor producten en diensten en de "financialisering" van de economie, alsook van de vermindering van de overheidsinvesteringen en de toenemende deregulering van de arbeidsmarkt;

17. weist mit Nachdruck darauf hin, dass die derzeitige Wirtschafts- und Sozialkrise ebenfalls das Ergebnis der neoliberalen Politiken der Europäischen Union ist – verankert im Vertrag von Lissabon und in der alten „Lissabon-Strategie“ – wonach die Deregulierung der Finanzmärkte, die Liberalisierung der Märkte für Produkte und Dienstleistungen und die zunehmende Finanzialisierung der Wirtschaft gefördert, die öffentlichen Investitionen zurückgefahren, die Ausbeutung durch massive Lohnkürzungen und die Deregulierung der Arbeitsbeziehungen gefördert und die Liberalisierung und Privatisierung der öffentlichen Dienstleistungen vorangetrieben werden;
17. beklemtoont dat de huidige economische en sociale crisis tevens het resultaat is van het neoliberale beleid van de Europese Unie, dat is verankerd in het Verdrag van Lissabon en de oude "strategie van Lissabon", van het bevorderen van gedereguleerde financiële markten, van de geliberaliseerde markten in producten en diensten en de toenemende financialisering van de economie, van de beperking van de overheidsinvesteringen, van toenemende uitbuiting door massale loondruk en deregulering van de arbeidsverhoudingen, en van het stimuleren van de liberalisering en de privatisering van overheidsdiensten;

Beendigung der Finanzialisierung der Wirtschaft;
in de beëindiging van de financialisering van de economie;

J. in der Erwägung, dass der Grad der „Finanzialisierung“ der Wirtschaft nicht nur zur Volatilität der Kapitalmärkte und zu Finanzkrisen beiträgt, sondern auch dazu, dass immer mehr Investitionen aus der Produktion abwandern, was sich negativ auf die Gesellschaft und die Wirtschaft auswirkt,
J. overwegende dat de mate van "financialisering" van de economie niet alleen bijdraagt aan de vluchtigheid van de kapitaalmarkt en aan financiële crises, maar ook aan de verplaatsing van investeringen weg van de productieve economie, wat een nadelige sociale en economische uitwerking heeft,