1.3.8. Vorbehaltlich der Bestimmungen des Punkts 1.3.7 und der Vorschrift, nach der sich keine Düse in einem Winkel von weniger als 15° gegenüber einem Belüftungsschlitz oder einer Wartungsöffnung auf dem feststehenden Bremsträger befinden darf, ist die Einrichtung zur Befeuchtung der Bremstrommeln so anzubringen, daß eine bestmögliche ununterbrochene Benetzung gewährleistet ist.
1.3.8. Met inachtneming van punt 1.3.7 en van de eis dat geen enkele spuitopening zich binnen 15° of ter hoogte van een ventilatiespleet of inspectieopening op de remankerplaat mag bevinden, dient het sproeisysteem voor de remtrommels zodanig te worden aangebracht dat een zo continu mogelijke waterstraal wordt verkregen.
