Falls die Dienststelle nach Anhörung des Betreffenden in einem Protokoll Verstösse gegen die in Artikel 4 angeführten Zulassungsbestimmungen festgestellt hat und unbeschadet eventueller Strafverfolgungen setzt der Minister oder dessen Stellvertreter die Zulassung für eine Dauer, die er auf der Grundlage der Schwere der festgestellten Verstösse bestimmt, aus.
Onverminderd eventuele strafvervolgingen, in geval van niet-naleving van de in artikel 4 bedoelde erkenningsvoorwaarden, vastgesteld door de Dienst in een proces-verbaal na de betrokkene te hebben gehoord, schorst de Minister of zijn afgevaardigde de erkenning voor een duur die hij bepaalt volgens de ernst van de vastgestelde tekortkomingen.