Art. 15 - § 1 - Die Dienststelle erkennt eine Pflanze als Mutterpflanze für Vorstufenmaterial an, wenn sie den Anforderungen der Artikel 17 bis 22 genügt und gemäß den Paragraphen 2, 3 und 4 festgestellt wurde, dass sie der Sortenbeschreibung entspricht.
Art. 15. § 1. De Dienst aanvaardt een plant als een prebasismoederplant, indien deze voldoet aan de artikelen 17 tot en met 22, en indien de rasechtheid overeenkomstig de paragrafen 2, 3 en 4 is vastgesteld.