Vertaling van "festgesetzte regelung " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

je nach Jahreszeit (unterschiedlich) festgesetzter/saisonal festgesetzter Grundpreis
naar seizoen gedifferentieerde basisprijs

der je nach Jahreszeit festgesetzte Grundpreis | saisonal festgesetzter Grundpreis
naar seizoen gedifferentiëerde basisprijs

Gläubiger, dessen Forderung im Rang festgesetzt ist
gerangschikte schuldeiser

festgesetzter Tag
bepaalde dag

Die Regelung der Arzneimittel in der Europäischen Gemeinschaft | Die Regelung der Arzneimittel in der Europäischen Union
Voorschriften inzake geneesmiddelen in de Europese Gemeenschap

im Voraus festgesetzter Preis
vooraf vastgestelde prijs

Regelung der wöchentlichen Arbeitszeit
regeling voor wekelijkse prestaties

Must-carry-Regelung
Must-carry verplichting

Betriebsprämienregelung [ einheitliche Betriebsprämie | Regelung für die einheitliche Flächenzahlung ]
bedrijfstoeslagregeling [ BTR (bedrijfstoeslagregeling) | REAB | regeling inzake een enkele areaalbetaling ]

verkehrspolitische Regelung
vervoersvoorschriften

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Falls Mitgliedstaaten beschließen, die obengenannte Regelung nicht anzuwenden, sollte der zu berücksichtigende Schwellenwert in gleicher Höhe festgesetzt werden wie der Höchstbetrag der Beihilfe im Rahmen der Regelung, wie dies in Artikel 49 der Verordnung xxx/xxx [DZ] vorgesehen ist.
Voor de lidstaten die besluiten de genoemde regeling niet toe te passen, dient de toepasselijke drempel overeen te komen met de maximumsteun die op grond van deze regeling kan worden verkregen, als bepaald in artikel 49 van Verordening xxx/xxx [RB].

Die nationale Durchschnittszahlung je Hektar gemäß Unterabsatz 1 wird von den Mitgliedstaaten auf der Grundlage der in Anhang VIIIc festgelegten nationalen Obergrenze und der Zahl der beihilfefähigen Hektarflächen, die im Jahr 2014 im Rahmen der Regelung für die einheitliche Flächenzahlung angemeldet worden sind, festgesetzt.
De lidstaten stellen de in de eerste alinea bedoelde nationale gemiddelde toeslag per hectare vast op basis van het nationale maximum dat in bijlage VIII quater is vastgesteld, en het aantal subsidiabele hectaren dat in 2014 in het kader van de regeling inzake een enkele areaalbetaling is aangegeven.

(1a) Abweichend von Absatz 1 wird für den jeweiligen Mitgliedstaat, der die Regelung für die einheitliche Flächenzahlung anwendet, und das jeweilige Jahr die nationale Obergrenze, die die gemäß den Artikeln 28c, 28h, 33, 35, 37 und 39 festgesetzten Obergrenzen umfasst, gemäß Anhang II festgesetzt.
2. In afwijking van lid 1 wordt het nationale maximum bestaande uit de overeenkomstig de artikelen 28 quater, 28 nonies, 33, 35, 37 en 39 vastgestelde maxima, voor iedere lidstaat die de regeling inzake een enkele areaalbetaling toepast, per jaar vastgesteld in bijlage II.

Aus Gründen der Kohärenz sollte im Fall der Anwendung der Regelung durch die Mitgliedstaaten der zu berücksichtigende Schwellenwert in gleicher Höhe festgesetzt werden wie die von den Mitgliedstaaten festgesetzten Beträge nach Artikel 49 Absatz 1 Unterabsatz 2 oder Artikel 49 Absatz 2 Unterabsatz 2 der Verordnung xxx/xxx.
Ter wille van de consistentie dient de toepasselijke drempel, voor de lidstaten die gebruik maken van deze regeling, overeen te komen met het bedrag dat de betrokken lidstaat krachtens artikel 49, lid 1, tweede alinea, of lid 2, tweede alinea, van Verordening xxx/xxx heeft vastgesteld.

Die RVAE erklärte, die im Bundesgesetz Nr. 1 von 1979 festgesetzte Regelung stehe auf breiter Basis allen Industriezweigen und Unternehmen in den VAE zur Verfügung und werde ausnahmslos gewährt.
De RVAE verklaarde dat de regeling uit hoofde van federale wet nr. 1 van 1979 op brede en horizontale wijze ter beschikking staat van alle industriële sectoren en ondernemingen in de VAE en zonder uitzondering wordt toegestaan.

Zollbefreiungen werden de facto den Unternehmen gewährt, die die im Bundesgesetz Nr. 1 von 1979 festgesetzte Regelung in Anspruch nehmen; ferner liegt der normale Zollsatz für die Rohstoffe nicht bei Null.
Er zij op gewezen dat vrijstellingen van douanerechten worden toegekend aan ondernemingen die gebruikmaken van de regeling uit hoofde van federale wet nr. 1 van 1979 en dat het normale douanerecht voor de grondstoffen niet nul is.

" die Bedingungen für die Gewährung der Darlehen, die in der Regelung für die Hypothekardarlehen bestimmt sind, die durch den Erlass der Wallonischen Regierung vom 20. Dezember 2007 zur Regelung der Hypothekendarlehen der " Société wallonne du Crédit social" und der " Guichets du Crédit social" genehmigt worden ist, sind für die Gewährung der Öko-Darlehen anwendbar, unter Vorbehalt der genaueren Angaben oder Abweichungen, die im Rahmen vorliegender Regelung festgesetzt sind" .
" de voorwaarden voor de toekenning van de leningen die bepaald zijn in het reglement van de hypotheeklening, goedgekeurd bij het besluit van de Waalse Regering van 20 december 2007 houdende het reglement van de hypotheekleningen van de " Société wallonne de Crédit social" (Waalse Maatschappij voor Sociaal Krediet) en de " Guichets du Crédit social" (Sociale Kredietloketten) zijn van toepassing voor de toekenning van de ecoleningen onder voorbehoud van de bijzonderheden of afwijkingen die in het kader van dit reglement worden bepaald" .

« Verstösst Artikel 295 § 1 des Einkommensteuergesetzbuches 1964, in Verbindung mit Artikel 75 desselben Gesetzbuches, wenn dieser Artikel 295 § 1 dahingehend ausgelegt werden soll, dass die in der Heberolle festgesetzte Veranlagung nach der Trennung oder der Ehescheidung auf den Namen eines der Ehegatten oder der früheren Ehegatten erfolgt (nachstehend ' der in der Heberolle erwähnte Ehegatte ') für die Berufseinkünfte, die er während der Ehe zu einem Zeitpunkt, wo die Ehegatten getrennt lebten, bezog, einen vollstreckbaren Titel dem anderen Ehegatten oder geschiedenen Ehegatten gegenüber (nachstehend ' der nicht in der Heberolle erwähnte Ehegatte ') darstellt, während Artikel 267 desselben Gesetzbuches es dem nicht in der Heberolle erwähnten Ehegatten nicht ermöglicht, innerhalb der in Artikel 272 desselben Gesetzbuches vorgesehenen Beschwerdefrist Beschwerde gegen diese Veranlagung einzulegen, von der er übrigens nicht unbedingt Bescheid weiss, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er den nicht in der Heberolle erwähnten Ehegatten einer unterschiedlichen Regelung unterwirft im Vergleich zu den nicht getrennt lebenden Ehegatten und übrigens zu allen anderen Steuerpflichtigen, dadurch, dass der nicht in der Heberolle erwähnte Ehegatte definitiv für die auf Namen eines Dritten in der Heberolle festgesetzte Steuerschuld haftbar ist, ohne jede Möglichkeit, gegen diese Veranlagung Beschwerde einzulegen?
« Schendt artikel 295, § 1, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1964, in samenhang gelezen met artikel 75 van hetzelfde Wetboek, indien dat artikel 295, § 1, in die zin moet worden geïnterpreteerd dat het kohier van een belasting vastgesteld na de feitelijke scheiding of de echtscheiding ten name van een enkele van de echtgenoten of ex-echtgenoten (hierna ' de in het kohier vermelde echtgenoot ') ten aanzien van de beroepsinkomsten die deze heeft verwezenlijkt tijdens het huwelijk op een ogenblik dat de echtgenoten feitelijk gescheiden waren, een uitvoerbare titel tegenover de andere echtgenoot of ex-echtgenoot (hierna ' de niet in het kohier vermelde echtgenoot ') vormt, terwijl artikel 267 van hetzelfde Wetboek de niet in het kohier vermelde echtgenoot niet toestaat bezwaar aan te tekenen tegen die aanslag, waarvan hij overigens niet noodzakelijkerwijze kennis heeft, binnen de bezwaartermijn voorgeschreven in artikel 272 van hetzelfde Wetboek, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat het de niet in het kohier vermelde echtgenoot onderwerpt aan een verschillende regeling ten opzichte van de niet feitelijk gescheiden echtgenoten en overigens van alle andere belastingplichtigen, vanwege het feit dat de niet in het kohier vermelde echtgenoot definitief gehouden is tot een belastingschuld ingekohierd ten name van een derde, zonder enige mogelijkheid om die aanslag te betwisten ?

« Verstösst Artikel 295 § 1 des Einkommensteuergesetzbuches 1964, in Verbindung mit Artikel 75 desselben Gesetzbuches, wenn dieser Artikel 295 § 1 dahingehend ausgelegt werden soll, dass die in der Heberolle festgesetzte Veranlagung nach der Trennung oder der Ehescheidung auf den Namen eines der Ehegatten oder der früheren Ehegatten erfolgt (nachstehend ' der in der Heberolle erwähnte Ehegatte ') für die Berufseinkünfte, die er während der Ehe zu einem Zeitpunkt, wo die Ehegatten getrennt lebten, bezog, einen vollstreckbaren Titel dem anderen Ehegatten oder geschiedenen Ehegatten gegenüber (nachstehend ' der nicht in der Heberolle erwähnte Ehegatte ') darstellt, während Artikel 267 desselben Gesetzbuches es dem nicht in der Heberolle erwähnten Ehegatten nicht ermöglicht, innerhalb der in Artikel 272 desselben Gesetzbuches vorgesehenen Beschwerdefrist Beschwerde gegen diese Veranlagung einzulegen, von der er übrigens nicht unbedingt Bescheid weiss, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er den nicht in der Heberolle erwähnten Ehegatten einer unterschiedlichen Regelung unterwirft im Vergleich zu den nicht getrennt lebenden Ehegatten und übrigens zu allen anderen Steuerpflichtigen, dadurch, dass der nicht in der Heberolle erwähnte Ehegatte definitiv für die auf Namen eines Dritten in der Heberolle festgesetzte Steuerschuld haftbar ist, ohne jede Möglichkeit, gegen diese Veranlagung Beschwerde einzulegen?
« Schendt artikel 295, § 1, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1964, in samenhang gelezen met artikel 75 van hetzelfde Wetboek, indien dat artikel 295, § 1, in die zin moet worden geïnterpreteerd dat het kohier van een belasting vastgesteld na de feitelijke scheiding of de echtscheiding ten name van een enkele van de echtgenoten of ex-echtgenoten (hierna 'de in het kohier vermelde echtgenoot ') ten aanzien van de beroepsinkomsten die deze heeft verwezenlijkt tijdens het huwelijk op een ogenblik dat de echtgenoten feitelijk gescheiden waren, een uitvoerbare titel tegenover de andere echtgenoot of ex-echtgenoot (hierna 'de niet in het kohier vermelde echtgenoot ') vormt, terwijl artikel 267 van hetzelfde Wetboek de niet in het kohier vermelde echtgenoot niet toestaat bezwaar aan te tekenen tegen die aanslag, waarvan hij overigens niet noodzakelijkerwijze kennis heeft, binnen de bezwaartermijn voorgeschreven in artikel 272 van hetzelfde Wetboek, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat het de niet in het kohier vermelde echtgenoot onderwerpt aan een verschillende regeling ten opzichte van de niet feitelijk gescheiden echtgenoten en overigens van alle andere belastingplichtigen, vanwege het feit dat de niet in het kohier vermelde echtgenoot definitief gehouden is tot een belastingschuld ingekohierd ten name van een derde, zonder enige mogelijkheid om die aanslag te betwisten ?