Artikel 14 Nr. 3 des Gesetzes vom 8. Mai 2013 ergänzt Artikel 39/69 § 1 Absatz 3 des Gesetzes vom 15. Dezember 1980 durch eine Nr. 7 mit folgendem Wortlaut: « 7. Anträge, die von einer Partei, der ein Rechtsanwalt beisteht, eingereicht worden sind und von denen keine Abschrift per elektronische Post und gemäß den durch einen Königlichen Erlass festgelegten Modalitäten gesendet worden ist ».
Artikel 14, 3°, van de wet van 8 mei 2013 vult artikel 39/69, § 1, derde lid, van de wet van 15 december 1980 aan met een 7°, dat luidt : « 7° verzoekschriften ingediend door een partij die wordt bijgestaan door een advocaat, waarvan geen afschrift per elektronische post en op de bij koninklijk besluit bepaalde wijze werd overgezonden ».