die Angemessenheit einer Fortführung der in Artikel 2 Absatz 1 Buchstabe i festgelegen Ausnahmeregelung für Personen oder Unternehmen, deren Haupttätigkeit im Eigenhandel mit Waren und/oder den unter Buchstabe i) genannten Derivaten besteht;
de wenselijkheid van de handhaving van de vrijstelling van de toepassing van deze richtlijn welke krachtens artikel 2, lid 1, onder i), is verleend aan personen of ondernemingen waarvan het hoofdbedrijf bestaat in het voor eigen rekening handelen in grondstoffen en/of in dat punt vermelde afgeleide instrumenten;