(b) die Schlachtkörper von Schaflämmern, Ziegenlämmern, Kaninchen und Ferkeln sind mindestens zweimal zu stempeln, nämlich an jeder Seite entweder an der Schulter oder an der Außenseite der Keule;
(b) karkassen van lammeren, geitjes, konijnen en biggen moeten ten minste twee stempels dragen, een aan beide zijden van het karkas, op de schouders of de buitenzijde van de dijen,