Traduction de «februar 2015 geschätzte 220 assyrer » (Allemand → Néerlandais) :

J. in der Erwägung, dass der ISIS/Da’ish am 23. Februar 2015 geschätzte 220 Assyrer in der Nähe von Tell Tamer am südlichen Ufer des Flusses Khabur im Nordosten Syriens entführt hat; in der Erwägung, dass die Extremisten im Zuge der gleichen Kampagne auch Eigentum und heilige Stätten von Christen zerstört haben; in der Erwägung, dass Dutzende Assyrer durch den Angriff des ISIS/Da'ish getötet wurden; in der Erwägung, dass der ISIS/Da'ish Berichten zufolge im Februar 2015 eine Erklärung veröffentlicht hat, in der gefordert wird, dass die Bewohner assyrischer Dörfer in der syrischen Provinz Hasaka entweder die Dschizya (eine Steuer für Nichtmuslime, die auf die frühe islamische Herrschaft zurückgeht und 1856 im gesamten Osmanischen Reich abgeschafft wurde) zu entrichten haben oder zum Islam konvertieren müssen, da sie andernfalls getötet werden; in der Erwägung, dass seit dem 9. März 2015 massive Angriffe durch den ISIS/Da’ish auf assyrisch-christliche Orte in der Gegend des Flusses Khabur gemeldet wurden;
J. overwegende dat Da'esh/ISIS op 23 februari 2015 in Tell Tamer, langs de zuidelijke oever van de rivier de Khabur in Noordoost-Syrië, ongeveer 220 Assyriërs heeft ontvoerd; overwegende dat de extremisten tijdens dezelfde operatie ook christelijke huizen en heiligdommen hebben vernield; overwegende dat tijdens de aanval van Da'esh/ISIS tientallen Assyriërs zijn omgekomen; overwegende dat Da'esh/ISIS in februari 2015 een verklaring heeft gedaan waarin het eiste dat de inwoners van de Assyrische dorpen in het Syrische gouvernement Al-Hasakah djizja betalen (een belasting uit de tijd van het vroeg-islamitische bewind die werd opgelegd aan niet-moslims en in 1856 in het hele Ottomaanse Rijk werd afgeschaft) of zich tot de islam bekeren, en waarschuwde dat zij anders zullen worden gedood; overwegende dat Da'esh/ISIS sinds 9 maart 2015 grootschalige aanvallen doet op Assyrisch-christelijke steden in het gebied rond de rivier de Khabur;

J. in der Erwägung, dass der ISIS/Da’isch am 23. Februar 2015 geschätzte 220 Assyrer in der Nähe von Tell Tamer am südlichen Ufer des Flusses Khabur im Nordosten Syriens entführt hat; in der Erwägung, dass die Extremisten im Zuge der gleichen Kampagne auch Eigentum und heilige Stätten von Christen zerstört haben; in der Erwägung, dass Dutzende Assyrer durch den Angriff des IS getötet wurden; in der Erwägung, dass der IS Berichten zufolge im Februar 2015 eine Erklärung veröffentlicht hat, in der gefordert wird, dass die Bewohner assyrischer Dörfer in der syrischen Provinz Hasaka entweder die Dschizya (eine Steuer für Nichtmuslime, die auf die frühe islamische Herrschaft zurückgeht und 1856 im gesamten Osmanischen Reich abgeschafft wurde) zu entrichten haben oder zum Islam konvertieren müssen, da sie andernfalls getötet werden; in der Erwägung, dass seit dem 9. März 2015 massive Angriffe durch den ISIS/Da’isch auf assyrisch-christliche Orte in der Gegend des Flusses Khabur gemeldet wurden;
J. overwegende dat Da'esh/ISIS op 23 februari 2015 in Tell Tamer, langs de zuidelijke oever van de rivier de Khabur in Noordoost-Syrië, ongeveer 220 Assyriërs heeft ontvoerd; overwegende dat de extremisten tijdens dezelfde operatie ook christelijke huizen en heiligdommen hebben vernield; overwegende dat tijdens de aanval van Da'esh/ISIS tientallen Assyriërs zijn omgekomen; overwegende dat Da'esh/ISIS in februari 2015 een verklaring heeft gedaan waarin het eiste dat de inwoners van de Assyrische dorpen in het Syrische gouvernement Al-Hasakah djizja betalen (een belasting uit de tijd van het vroeg-islamitische bewind die werd opgelegd aan niet-moslims en in 1856 in het hele Ottomaanse Rijk werd afgeschaft) of zich tot de islam bekeren, en waarschuwde dat zij anders zullen worden gedood; overwegende dat Da'esh/ISIS sinds 9 maart 2015 grootschalige aanvallen doet op Assyrisch-christelijke steden in het gebied rond de rivier de Khabur;

– unter Hinweis auf seine vorangegangenen Entschließungen zum Irak, zu Syrien, zu Libyen und zu Ägypten, insbesondere vom 10. Oktober 2013 zu den jüngsten Fällen von Gewalt gegen Christen und Christenverfolgung, insbesondere in Maalula (Syrien) und Peschawar (Pakistan) sowie im Fall des Pastors Said Abedini (Iran), vom 18. September 2014 zur Lage im Irak und in Syrien sowie zur IS-Offensive, einschließlich der Verfolgung von Minderheiten, vom 27. November 2014 zum Irak: Entführung und Misshandlung von Frauen, vom 12. Februar 2015 zu der humanitären Krise im Irak und in Syrien, insbesondere vor dem Hintergrund der Aktivitäten des IS, vom 12. März 2015 zu insbesondere gegen Assyrer gerichteten Angriffen und Entführungen durch ISIS/Da’ish in jüngster Zeit im Nahen Osten und vom 30. April 2015 zur Zerstörung von Kulturstätten durch den ISIS/Da‘isch,
– gezien zijn vorige resoluties over Irak, Syrië, Libië en Egypte, in het bijzonder de resolutie van 10 oktober 2013 over recente gevallen van geweld tegen en vervolging van christenen, met name in Maaloula (Syrië) en Peshawar (Pakistan) en de zaak van pastor Saeed Abedini (Iran), de resolutie van 18 september 2014 over de situatie in Irak en Syrië, en het IS-offensief, inclusief de vervolging van minderheden, de resolutie van 27 november 2014 over Irak: ontvoeringen en mishandeling van vrouwen, de resolutie van 12 februari 2015 over de humanitaire crisis in Irak en Syrië, met name in de context van IS, de resolutie van 12 maart 2015 over recente aanvallen en ontvoeringen door ISIS/Da'esh in het Midden-Oosten, met name van Assyriërs, en de resolutie van 30 april 2015 over de vernieling van cultuurgoederen door ISIS/Da'esh,

– unter Hinweis auf seine vorangegangenen Entschließungen zum Irak, zu Syrien, zu Libyen und zu Ägypten, insbesondere vom 10. Oktober 2013 zu den jüngsten Fällen von Gewalt gegen Christen und Christenverfolgung, insbesondere in Maalula (Syrien) und Peschawar (Pakistan) sowie im Fall des Pastors Said Abedini (Iran), vom 18. September 2014 zur Lage im Irak und in Syrien sowie zur IS-Offensive, einschließlich der Verfolgung von Minderheiten, vom 12. Februar 2015 zu der humanitären Krise im Irak und in Syrien, insbesondere vor dem Hintergrund der Aktivitäten des IS und vom 12. März 2015 zu insbesondere gegen Assyrer gerichteten Angriffen und Entführungen durch ISIS/Da‘ish in jüngster Zeit im Nahen Osten,
– gezien zijn eerdere resoluties over Irak, Syrië, Libië en Egypte, in het bijzonder die van 10 oktober 2013 over recente gevallen van geweld tegen en vervolging van Christenen, met name in Maaloula (Syrië) en Peshawar (Pakistan) en de zaak van pastor Saeed Abedini (Iran), van 18 september 2014 over de situatie in Irak en Syrië en het IS-offensief, met inbegrip van de vervolging van minderheden, van 12 februari 2015 over de humanitaire crisis in Irak en Syrië, met name in de context van IS, en van 12 maart 2015 over recente aanvallen en ontvoeringen door IS/Da'esh in het Midden-Oosten, met name van Assyriërs,

D. in der Erwägung, dass der IS im Februar 2015 mehrere Bauerndörfer am Südufer des Chabur in dem im Nordosten Syriens gelegenen Gouvernement Al-Hassaka überrannt und dabei über 220 assyrische Christen verschleppt hat und dass seither nur einige wenige von ihnen nach einer Lösegeldzahlung an die Entführer freigelassen wurden, während das Schicksal der anderen nach wie vor unbekannt ist;
D. overwegende dat Da'esh/ISIS in februari 2015 meer dan 220 Assyrische christenen heeft ontvoerd na verschillende landbouwgemeenschappen op de zuidelijke oever van de rivier de Khabur in de noordoostelijke provincie Hassakeh te hebben veroverd, en overwegende dat tot nog toe slechts enkelen onder hen werden vrijgelaten nadat hun ontvoerders geld hadden ontvangen, terwijl het lot van de anderen onbekend blijft;

Durchführungsverordnung (EU) 2015/220 vom 3. Februar 2015 mit Durchführungsbestimmungen zur Verordnung (EG) Nr. 1217/2009 des Rates zur Bildung eines Informationsnetzes landwirtschaftlicher Buchführungen über die Einkommenslage und die betriebswirtschaftlichen Verhältnisse landwirtschaftlicher Betriebe in der Europäischen Union (ABl. L 46 vom 19.2.2015, S. 1-106)
Uitvoeringsverordening (EU) 2015/220 van de Commissie van 3 februari 2015 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 1217/2009 van de Raad tot oprichting van een boekhoudkundig informatienet betreffende de inkomens en de bedrijfseconomische positie van de landbouwbedrijven in de Europese Unie (PB L 46 van 19.2.2015, blz. 1-106)