Vertaling van "februar 2001 ihr bedauern darüber " (Duits → Nederlands) :

Am 23. Juli 2015 äußerte die Europäische Union ihr Bedauern darüber, dass die burundische Regierung die einschlägigen Beschlüsse der Afrikanischen Union und der Ostafrikanischen Gemeinschaft, die den Weg für glaubwürdige und alle Parteien einbeziehende Wahlen geebnet hätten, noch nicht vollständig umgesetzt hat.
Op 23 juli 2015 heeft de Europese Unie aangegeven te betreuren dat de Burundese regering geen volledige uitvoering heeft gegeven aan de besluiten van de Afrikaanse Unie en de Oost-Afrikaanse Gemeenschap die de weg hadden kunnen vrijmaken voor geloofwaardige en inclusieve verkiezingen.

11. weist darauf hin, dass die Kommission bei ihrer Überprüfung des „Small Business Act“ im Jahr 2011 ihr Bedauern darüber äußerte, dass nur acht Mitgliedstaaten den KMU-Test in ihr einzelstaatliches Beschlussfassungsverfahren aufgenommen haben; begrüßt die im Zusammenhang mit dieser Überprüfung von der Kommission abgegebene klare Zusage, den KMU-Test weiter zu verbessern; bedauert indes, dass der KMU-Test ungeachtet dieser Ankündigungen in dem Entwurf der überabeiteten Leitlinien zur Folgenabschätzung nicht einmal erwähnt wird; fordert die Kommission auf, die Mitgliedstaaten weiterhin nachdrücklich dazu aufzufordern, die KMU-Politik auf ihre Tagesordnung zu setzen;
11. herinnert eraan dat de Commissie het in haar tussentijdse beoordeling (in 2011) van de Small Business Act betreurde dat slechts acht lidstaten de kmo-test in hun nationale besluitvormingsprocedures hadden opgenomen; spreekt zijn voldoening uit over de duidelijke toezegging van de Commissie in die beoordeling dat zij de kmo-test meer gewicht zal geven; acht het dan ook teleurstellend dat de kmo-test, ondanks deze aankondiging, in de voorgestelde herziene richtsnoeren voor effectbeoordeling niet eens vermeld wordt; verzoekt de Commissie om de lidstaten met klem te vragen kmo-beleid op hun respectieve agenda's te plaatsen;

11. weist darauf hin, dass die Kommission bei ihrer Überprüfung des „Small Business Act“ im Jahr 2011 ihr Bedauern darüber äußerte, dass nur acht Mitgliedstaaten den KMU-Test in das einzelstaatliche Beschlussfassungsverfahren aufgenommen haben; begrüßt die im Zusammenhang mit dieser Überprüfung geäußerte klare Zusage der Kommission, den KMU-Test weiter zu verbessern; bedauert indes, dass der KMU-Test ungeachtet dieser Ankündigungen in dem Entwurf der überabeiteten Leitlinien für Folgenabschätzungen überhaupt nicht erwähnt wird; fordert die Kommission auf, die Mitgliedstaaten weiterhin nachdrücklich dazu aufzufordern, die KMU-Politik auf ihre Tagesordnung zu setzen;
11. herinnert eraan dat de Commissie het in haar tussentijdse beoordeling van de Small Business Act van 2011 betreurde dat slechts acht lidstaten de kmo-test in hun nationale besluitvormingsprocedures hadden opgenomen; spreekt zijn voldoening uit over de duidelijke toezegging van de Commissie in die beoordeling dat zij de kmo-test meer gewicht zal geven; acht het dan ook teleurstellend dat de kmo-test, ondanks deze aankondiging, in de voorgestelde herziene richtsnoeren voor effectbeoordeling niet eens vermeld wordt; verzoekt de Commissie om de lidstaten met klem te vragen kmo-beleid op hun respectieve agenda's te plaatsen;

12. weist darauf hin, dass die Kommission bei ihrer Überprüfung des „Small Business Act“ im Jahr 2011 ihr Bedauern darüber äußerte, dass nur acht Mitgliedstaaten den KMU-Test in das einzelstaatliche Beschlussfassungsverfahren aufgenommen haben; begrüßt die im Zusammenhang mit dieser Überprüfung von der Kommission abgegebene klare Zusage, den KMU-Test weiter zu verbessern; bedauert, dass der KMU-Test ungeachtet der Ankündigungen der Kommission in dem Entwurf der überabeiteten Leitlinien zur Folgenabschätzung überhaupt nicht erwähnt wird;
12. herinnert eraan dat de Commissie het in haar tussentijdse beoordeling van de Small Business Act van 2011 betreurde dat slechts acht lidstaten de kmo-test in hun nationale besluitvormingsprocedures hadden opgenomen; spreekt zijn voldoening uit over de duidelijke toezegging van de Commissie in die beoordeling dat zij de kmo-test meer gewicht zal geven; acht het teleurstellend dat de kmo-test, ondanks de aankondigingen van de Commissie, in de voorgestelde herziene richtsnoeren voor effectbeoordeling niet eens vermeld wordt;

13. weist darauf hin, dass die Kommission bei ihrer Überprüfung des „Small Business Act“ im Jahr 2011 ihr Bedauern darüber äußerte, dass nur acht Mitgliedstaaten den KMU-Test in das einzelstaatliche Beschlussfassungsverfahren aufgenommen haben; ersucht die Kommission darum, mit den Mitgliedstaaten zusammenzuarbeiten, um zur Unterstützung der KMU-Politik die Grundsätze des KMU-Tests im Kontext nationaler Verfahren besser zu verbreiten;
13. herinnert eraan dat de Commissie in haar tussentijdse beoordeling van de Small Business Act van 2011 betreurde dat slechts acht lidstaten de kmo-test in hun nationale besluitvormingsprocedures hadden opgenomen; verzoekt de Commissie om in samenwerking met de lidstaten de beginselen van de kmo-test in het kader van nationale procedures meer ingang te doen vinden, ter ondersteuning van het kmo-beleid;

14. weist darauf hin, dass die Kommission bei ihrer Überprüfung des „Small Business Act“ im Jahr 2011 ihr Bedauern darüber äußerte, dass nur acht Mitgliedstaaten den KMU-Test in das einzelstaatliche Beschlussfassungsverfahren aufgenommen haben; ersucht die Kommission darum, mit den Mitgliedstaaten zusammenzuarbeiten, um zur Unterstützung der KMU-Politik die Grundsätze des KMU-Tests im Kontext nationaler Verfahren besser zu verbreiten;
14. herinnert eraan dat de Commissie in haar tussentijdse beoordeling van de Small Business Act van 2011 betreurde dat slechts acht lidstaten de kmo-test in hun nationale besluitvormingsprocedures hadden opgenomen; verzoekt de Commissie om in samenwerking met de lidstaten de beginselen van de kmo-test in het kader van nationale procedures meer ingang te doen vinden, ter ondersteuning van het kmo-beleid;

Während die Richtlinie 2001/97/EG die Mitgliedstaaten nicht verpflichtete, es den Rechtsanwälten zu verbieten, ihre Klienten darüber zu informieren, dass Informationen über sie den Behörden übermittelt worden waren (Artikel 1 Absatz 7 zur Abänderung von Artikel 8 der Richtlinie 91/308/EWG), verbietet die Richtlinie 2005/60/EG des Europäischen Parlaments und des Rates vom 26. Oktober 2005 zur Verhinderung der Nutzung des Finanzsystems zum Zwecke der Geldwäsche und der Terrorismusfinanzierung, die spätestens zum 15. Dezember 2007 in das einzelstaatliche Recht übertragen werden musste, die Weitergabe dieser Informationen an den Klienten (Artikel 28 Absatz 1).
Terwijl de richtlijn 2001/97/EG de lidstaten niet ertoe verplichtte de advocaten te verbieden hun cliënt erover in te lichten dat gegevens betreffende zijn persoon aan de overheden werden meegedeeld (artikel 1, lid 7, tot wijziging van artikel 8 van de richtlijn 91/308/EEG), verbiedt de richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2005 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, die uiterlijk vóór 15 december 2007 in het nationaal recht moest worden omgezet, die informatie aan de cliënt mee te delen (artikel 28, lid 1).

Da die Holding Verlipack II daraufhin am 19. Februar 2001 ihre Zahlungsunfähigkeit erklärt hatte, erklärte das Handelsgericht Mons mit Entscheidung vom selben Tage den Konkurs des Unternehmens.
Naar aanleiding van deze aanmaning en nadat Verlipack II op 19 februari 2001 aangifte van de staking van betaling had gedaan, heeft de Rechtbank van Koophandel van Bergen dezelfde dag het faillissement van de onderneming uitgesproken.

Die klagende Partei hat mit am 20. Februar 2001 bei der Post aufgegebenem Einschreibebrief, der am 21. Februar 2001 in der Kanzlei des Hofes eingegangen ist, mitgeteilt, dass sie ihre Klage zurücknimmt.
Bij op 20 februari 2001 ter post aangetekende brief, die ter griffie van het Hof is ingekomen op 21 februari 2001, heeft de verzoekende partij laten weten dat ze afstand doet van haar beroep.

Durch Anordnung vom 21. Dezember 2000 hat der Hof den Sitzungstermin auf den 14. Februar 2001 anberaumt, nachdem er die Parteien aufgefordert hatte, ihre Bemerkungen in einem spätestens dem 25. Januar 2001 einzureichenden Ergänzungsschriftsatz zu äussern, nachdem sie das Urteil Nr. 136/2000 zur Kenntnis genommen haben.
Bij beschikking van 21 december 2000 heeft het Hof de dag van de terechtzitting bepaald op 14 februari 2001 en de partijen uitgenodigd hun standpunt te laten kennen in een uiterlijk op 25 januari 2001 in te dienen aanvullende memorie, na kennis te hebben genomen van het arrest nr. 136/2000.