Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «fall sei wenn » (Allemand → Néerlandais) :

Die klagende Partei bemängelt, dass im angefochtenen Gesetz nicht der Grundsatz der Vertraulichkeit eingehalten werde, da die Guthaben, die Belgier in einem Mitgliedstaat besäßen, einer Meldepflicht unterliegen würden, was nicht der Fall sei, wenn man die Guthaben bei belgischen Banken besitze.

De verzoekende partij verwijt de bestreden wet het beginsel van vertrouwelijkheid niet na te leven, aangezien de tegoeden die Belgen in een lidstaat bezitten, zullen worden onderworpen aan een rapporteringsverplichting, hetgeen niet het geval zou zijn wanneer de tegoeden zich in Belgische banken bevinden.


Der vorlegende Richter fragt den Gerichtshof, ob Artikel 63 des fraglichen Gesetzes mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung vereinbar sei, insofern er dem Arbeitgeber, der einen Arbeiter entlasse, die Beweislast für die nichtwillkürliche Beschaffenheit dieser Entlassung auferlege und diesen Arbeitgeber im Falle der willkürlichen Entlassung zur Bezahlung einer Entschädigung, die der Entlohnung von sechs Monaten entspreche, verpflichte, während dies nicht der Fall sei, wenn ein Arbeitgeber einen Arbeitnehmer entlasse, der den Angestel ...[+++]

De verwijzende rechter vraagt het Hof of artikel 63 van de in het geding zijnde wet bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het op de werkgever die een arbeider ontslaat de bewijslast legt van het niet-willekeurige karakter van dat ontslag en die werkgever verplicht tot de betaling van een vergoeding die overeenstemt met het loon van zes maanden in geval van willekeurig ontslag, terwijl zulks niet het geval is wanneer een werkgever een werknemer ontslaat die het statuut van bediende heeft (eerste prejudiciële vraag).


Der vorlegende Richter stellt dem Gerichtshof zwei Vorabentscheidungsfragen zur Vereinbarkeit von Artikel 1022 des Gerichtsgesetzbuches in der Fassung vor (erste Vorabentscheidungsfrage) beziehungsweise nach (zweite Vorabentscheidungsfrage) dem Gesetz vom 21. Februar 2010 mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, insofern eine Verfahrensentschädigung zu Lasten des Standesbeamten auferlegt werden könne, wenn er in einer aufgrund von Artikel 167 des Zivilgesetzbuches eingeleiteten Beschwerde gegen seine Weigerung der Vornahme einer Tr ...[+++]

De verwijzende rechter stelt het Hof twee prejudiciële vragen over de bestaanbaarheid van artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek, in de versie ervan vóór (eerste prejudiciële vraag) en na (tweede prejudiciële vraag) de wet van 21 februari 2010, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre een rechtsplegingsvergoeding ten laste van de ambtenaar van de burgerlijke stand kan worden gelegd wanneer hij in het ongelijk wordt gesteld in een beroep op grond van artikel 167 van het Burgerlijk Wetboek, dat is gericht tegen zijn weigering om een huwelijk te voltrekken, terwijl zulks niet het geval is wanneer het openbaar ministerie een ...[+++]


Mit der Vorabentscheidungsfrage wird der Gerichtshof gefragt, ob Artikel 8 § 1 des Gesetzes vom 27. Februar 1987 vereinbar sei mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit deren Artikeln 22, 23 und 191 sowie mit Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention, insofern nur ein Antrag auf Eingliederungsbeihilfe oder auf Beihilfe zur Ersetzung des Einkommens, der von einer Person eingereicht werde, die zum Zeitpunkt des Einreichens des Antrags das Alter von 65 Jahren erreicht habe, automatisch oder von Amts wegen als Antrag auf Beihilfe zur Unterstützung von Betagten gelte, während dies nicht der ...[+++]

Met de prejudiciële vraag wordt aan het Hof gevraagd of artikel 8, § 1, van de wet van 27 februari 1987 bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 22, 23 en 191 ervan, alsook met artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens, in zoverre enkel een aanvraag voor een integratietegemoetkoming of voor een inkomensvervangende tegemoetkoming die is ingediend door een persoon die op het ogenblik van de indiening van de aanvraag de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt, automatisch of ambtshalve wordt beschouwd als een aanvraag voor een tegemoetkoming vo ...[+++]


Das vorlegende Rechtsprechungsorgan leitet aus der Rechtsprechung des Kassationshofes und derjenigen des Verfassungsgerichtshofes ab, dass die Anwendung von Artikel 82 Absatz 2 des Gesetzes vom 8. August 1997 sich auf den Fall erstreckt, in dem der Ehepartner oder gesetzlich Zusammenwohnende des Konkursschuldners mit diesem ein Mitschuldner für eine Schuld sei, die vor dem Konkurs eingegangen worden sei und für die der Ehepartner oder gesetzlich Zusammenwohnende des Konkursschuldners folglich persönlich hafte, selbst wenn diese Schuld zuguns ...[+++]

Het verwijzende rechtscollege leidt uit de rechtspraak van het Hof van Cassatie en die van het Grondwettelijk Hof af dat de toepassing van artikel 82, tweede lid, van de wet van 8 augustus 1997 zich uitstrekt tot de hypothese waarin de echtgenoot of wettelijk samenwonende van de gefailleerde met die laatstgenoemde medeschuldenaar is van een schuld die vóór het faillissement is aangegaan en waarvoor de echtgenoot of wettelijk samenwonende van de gefailleerde derhalve persoonlijk aansprakelijk is, zelfs indien die schuld is aangegaan ten voordele van het eigen vermogen van de niet-gefailleerde echtgenoot of wettelijk samenwonende.


Die klagenden Parteien sind der Auffassung, dass die Verpflichtung, vor jeder Pfändung von Gütern von fremden Mächten die Erlaubnis des Pfändungsrichters zu erhalten, diskriminierend sei, insofern sie nur für die Gläubiger von fremden Mächten gelte, insofern sie dazu führe, dass diese Güter in der Praxis unpfändbar würden, und insofern dadurch der Gläubiger verpflichtet werde, den Nachweis zu erbringen, dass eine der vorerwähnten Bedingungen erfüllt sei, was eine Umkehrung der Beweislast darstelle, und während dieser Beweis, insbesondere hinsichtlich des dritten Falls, unmöglich zu erbringen sei, in jedem Fall, ...[+++]

De verzoekende partijen zijn van mening dat de verplichting om vóór elk beslag op eigendommen van buitenlandse mogendheden de toelating van de beslagrechter te verkrijgen discriminerend is in zoverre zij enkel van toepassing is op de schuldeisers van buitenlandse mogendheden, in zoverre zij ertoe leidt dat die eigendommen in de praktijk niet vatbaar voor beslag worden, en in zoverre zij de schuldeiser verplicht om het bewijs te leveren dat een van de voormelde voorwaarden wordt vervuld, hetgeen een omkering van de bewijslast zou uitmaken, en terwijl dat bewijs, in het bijzonder wanneer het het derde geval betreft, onmogelijk te overlegge ...[+++]


Der vorlegende Richter fragt den Hof, ob der vorerwähnte Artikeln 4 gegen die Artikel 10 und 11 gegen die Verfassung - gegebenenfalls in Verbindung mit Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention - verstosse, insofern einerseits nur der Beklagte eine Änderung der Verfahrenssprache beantragen dürfe (erster Teil) und insofern andererseits ein Arbeitnehmer, an den sich sein Arbeitgeber aufgrund von Artikel 52 § 1 der koordinierten Gesetze vom 18. Juli 1966 über den Sprachengebrauch in Verwaltungsangelegenheiten in Französisch wen ...[+++]

De verwijzende rechter vraagt aan het Hof of het voormelde artikel 4 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre, enerzijds, enkel de verweerder is gemachtigd om een verandering van de taal van de rechtspleging te vragen (eerste onderdeel) en in zoverre, anderzijds, een werknemer tot wie zijn werkgever zich krachtens artikel 52, § 1, van de gecoördineerde wetten van 18 juli 1966 op het gebruik van de talen in bestuurszaken in het Frans moet richten, verplicht is om zijn vordering in het Nederlands in te stellen en voort te z ...[+++]


Der verweisende Richter befragt den Hof nach der Vereinbarkeit dieser Bestimmungen mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, insofern der Unterhaltspflichtige, wenn die Forderung des öffentlichen Sozialhilfezentrums (nachstehend: ÖSHZ) auf Artikel 4 beruhe, ungeachtet der Höhe seiner Einkünfte verurteilt werden könne, während dies nicht der Fall sei, wenn er direkt im eigenen Namen vom ÖSHZ verfolgt werde, wenn seine Einkünfte unt ...[+++]

De verwijzende rechter ondervraagt het Hof over de bestaanbaarheid van die bepalingen met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre, wanneer de vordering van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn (hierna : O.C. M.W) steunt op artikel 4, de onderhoudsplichtige kan worden veroordeeld ongeacht het niveau van zijn inkomen, wat niet het geval is wanneer hij rechtstreeks door het O.C. M.W. uit eigen naam wordt vervolgd en wanneer het inkomen onder de grens ligt die de Koning op grond van de bij artikel 26 aan Hem toegewezen bevoegdheden heeft vastgesteld.


Nach Artikel 7 Absatz 3 der Verordnung Nr. 40/94 sei eine Marke zur Eintragung zuzulassen, wenn der Anmelder nachweise, dass sie in wesentlichen Teilen des Gemeinschaftsgebiets Unterscheidungskraft durch Benutzung erlangt habe, selbst wenn in einzelnen Mitgliedstaaten dies entweder nicht der Fall sei oder der Anmelder es nicht nachweisen könne.

Een merk moet dus op grond van artikel 7, lid 3, van verordening nr. 40/94 worden ingeschreven wanneer de aanvrager bewijst dat het op een aanzienlijk deel van het grondgebied van de Unie onderscheidend vermogen heeft verkregen door het gebruik dat ervan is gemaakt, ook al heeft dit merk in een aantal lidstaten geen onderscheidend vermogen door het gebruik verkregen of kon de aanvrager het bewijs daarvan niet leveren.


Nach Artikel 7 Absatz 3 der Verordnung Nr. 40/94 sei eine Marke zur Eintragung zuzulassen, wenn der Anmelder nachweise, dass sie in wesentlichen Teilen des Gemeinschaftsgebiets Unterscheidungskraft durch Benutzung erlangt habe, selbst wenn in einzelnen Mitgliedstaaten dies entweder nicht der Fall sei oder der Anmelder es nicht nachweisen könne.

Een merk moet dus op grond van artikel 7, lid 3, van verordening nr. 40/94 worden ingeschreven wanneer de aanvrager bewijst dat het op een aanzienlijk deel van het grondgebied van de Unie onderscheidend vermogen heeft verkregen door het gebruik dat ervan is gemaakt, ook al heeft dit merk in een aantal lidstaten geen onderscheidend vermogen door het gebruik verkregen of kon de aanvrager het bewijs daarvan niet leveren.




D'autres ont cherché : nicht der fall     fall sei wenn     beschwerde gegen seine     werden könne wenn     den fall     selbst wenn     jedem fall     jedem fall wenn     den sich sein     weiterzuführen wenn     wenn seine     eintragung zuzulassen wenn     fall sei wenn     


datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'fall sei wenn' ->

Date index: 2022-03-13
w