Vertaling van "fahrzeug befestigt " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

an einem teilautonomen Fahrzeug befestigter Manipulator
manipulator op voertuig met gedeeltelijk eigen actieradius

befestigte Piste | befestigte Rollbahn
harde baan

schadstoffarmes Fahrzeug [ schadstofffreies Fahrzeug | umweltfreundliches Fahrzeug ]
minder vervuilend voertuig

Fahrzeug- und Motoreningenieur | Motorenkonstrukteur | Fahrzeug- und Motoreningenieur/Fahrzeug- und Motoreningenieurin | Motorenkonstrukteurin
machinebouwer | ontwerper-constructeur machines, motoren | ontwerper-constructeur industriële machines | ontwerper-constructeur machines en gereedschappen

Beförderungseinheit | Fahrzeug mit Anhänger | Fahrzeugkombination | Lastzug | miteinander verbundene Fahrzeuge | Satteleinheit | Zug | zusammengekoppelte Fahrzeuge
combinatie | samenstel van gekoppelde voertuigen | samenstel van voertuigen | vervoerscombinatie

befestigter Ort
versterkte plaats

Fahrzeuge im Depot abstellen | Fahrzeuge im Depot parken
voertuigen in een depot parkeren | voertuigen in een opslagplaats parkeren

Fahrzeuge bedarfsgerecht disponieren | Fahrzeuge den Anforderungen entsprechend zuweisen
voertuigen toewijzen conform de vereisten | voertuigen toewijzen in overeenstemming met de vereisten

landwirtschaftliches Fahrzeug [ landwirtschaftliches Kraftfahrzeug ]
landbouwvoertuig

Hilfsmittel für Behinderte [ angepasstes Fahrzeug | Beseitigung von architektonischen Hindernissen | Blindenschrift | Gebäudeanpassung | Gerät für Behinderte | Rufgerät | Zeichensprache ]
faciliteiten voor gehandicapten [ aangepast voertuig | aanpassing van gebouw | braille | gebarentaal | gesproken boek | hulpmiddel voor gehandicapten | ouderenalarm | verwijdering van bouwkundige obstakels ]

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

5° Ladung: alle Güter, die normalerweise in oder auf dem für die Lastaufnahme ausgelegten Teil des Fahrzeugs platziert werden und nicht dauerhaft am Fahrzeug befestigt sind, einschließlich Gegenständen in Lastträgern wie Transportkisten, Wechselaufbauten oder Containern auf Fahrzeugen;
5° lading : alle goederen die normaliter in of op dat deel van een voertuig worden geplaatst dat bedoeld is om vracht te dragen en die niet permanent aan het voertuig worden bevestigd, met inbegrip van voorwerpen in lastdragers zoals kratten, wissellaadbakken of containers op voertuigen;

Jeder am Fahrzeug befestigte Ständer muss das Fahrzeug in die Lage versetzen, die Leistungsanforderungen gemäß Nummer 2. bis 2.5.2. erfüllen, ohne dass es von einer Person oder durch sonstige externen Mittel gehalten oder gestützt wird.
De aan een voertuig bevestigde standaards moeten van dusdanige aard zijn dat het voertuig voldoet aan de prestatievoorschriften van de punten 2 tot en met 2.5.2 zonder dat het door een persoon of met andere externe middelen wordt vastgehouden of overeind gehouden.

1° eine Sichtkontrolle durchführen, um sich zu vergewissern, dass die hinteren Ladetüren, die einklappbare Ladeklappe, die Türen, die Planen, das Ersatzrad und die anderen Ausrüstungen, die mit der Benutzung des Fahrzeugs zusammenhängen, befestigt sind;
1° een visuele controle verrichten om zich ervan te vergewissen dat achterste laaddeuren, opbergbare laadklep, deuren, zeilen, reservewiel en andere uitrustingen voor het gebruik van het voertuig vastgemaakt zijn;

27° Verankerungspunkt: der Teil der Struktur, der Apparatur oder des Zubehörs eines Fahrzeugs oder einer Ladung, an dem eine Stauvorrichtung befestigt wird;
27° ankerpunt : onderdeel van de structuur, het materieel of het element van een voertuig of van een lading waaraan het bevestigingssysteem is vastgemaakt;

„Ladung“ alle Güter, die normalerweise in oder auf dem für die Lastaufnahme ausgelegten Teil des Fahrzeugs platziert werden und nicht dauerhaft am Fahrzeug befestigt sind, einschließlich Gegenständen in Lastträgern wie Transportkisten, Wechselaufbauten oder Containern auf Fahrzeugen,
„lading”: alle goederen die normaliter in of op dat deel van een voertuig worden geplaatst dat bedoeld is om vracht te dragen en die niet permanent aan het voertuig worden bevestigd, met inbegrip van voorwerpen in lastdragers zoals kratten, wissellaadbakken of containers op voertuigen;

„Ladung“ alle Güter, die normalerweise in oder auf dem für die Lastaufnahme ausgelegten Teil des Fahrzeugs platziert werden und nicht dauerhaft am Fahrzeug befestigt sind, einschließlich Gegenständen in Lastträgern wie Transportkisten, Wechselaufbauten oder Containern auf Fahrzeugen,
5. „lading”: alle goederen die normaliter in of op dat deel van een voertuig worden geplaatst dat bedoeld is om vracht te dragen en die niet permanent aan het voertuig worden bevestigd, met inbegrip van voorwerpen in lastdragers zoals kratten, wissellaadbakken of containers op voertuigen;

Ein Schienenverkehr, der aus einem Kabel besteht, das an einem Fahrzeug auf Schienen befestigt ist und dieses einen sehr steilen Abhang hinauf- und hinunterzieht.
Een spoorvervoerinstallatie die bestaat uit een aan een spoorvoertuig vastgemaakte kabel die het voertuig een zeer steile helling optrekt of laat afdalen.

(2) Für Gegenstände, die außen am Fahrzeug befestigt sind, einschließlich der Behältnisse gemäß Absatz 1, haftet der Beförderer nur, wenn nachgewiesen wird, dass der Schaden auf eine Handlung oder Unterlassung des Beförderers zurückzuführen ist, die entweder in der Absicht, einen solchen Schaden herbeizuführen, oder leichtfertig und in dem Bewusstsein begangen wurde, dass ein solcher Schaden mit Wahrscheinlichkeit eintreten werde.
2. Met betrekking tot aan de buitenkant van het voertuig bevestigde voorwerpen, met inbegrip van de in § 1 bedoelde houders, is de vervoerder slechts aansprakelijk indien is bewezen dat de schade is ontstaan uit een handeling of nalaten van de vervoerder geschied hetzij met het opzet die schade te veroorzaken, hetzij roekeloos en met de wetenschap dat die schade er waarschijnlijk uit zal voortvloeien.

(4a) Die Verwendung von Sicherheitsgurten und Kinderrückhaltesystemen ist eine vorrangige Maßnahme zur Verringerung der Unfallwirkungen, es besteht aber auch ein besonderes Risiko bei der Beförderung eines Kindes in einem nach hinten gerichteten Sicherheitssitz, der am vorderen Beifahrersitz eines Fahrzeugs befestigt ist, das mit einem Beifahrer-Airbag für den Vordersitz ausgestattet ist, wenn dieser Airbag aktiviert ist.
(4 bis) Gebruik van veiligheidsgordels en kinderbeveiligingssystemen vormen de allereerste maatregel om de gevolgen van ongevallen zo veel mogelijk te beperken maar het is bijzonder gevaarlijk om een kind mee te voeren in een naar achteren gericht kinderzitje in de voorste passagierszitplaats van een voertuig met een airbag, als de airbag is ingeschakeld.

Ziel: Ladung unter Berücksichtigung der Sicherheitsvorschriften und der ordnungsgemäßen Bedienung des Fahrzeugs Leitlinien: Ladung: bei Bewegung auf das Fahrzeug wirkende Kräfte, Einsatz der Getriebeübersetzung entsprechend der Belastung des Fahrzeugs und dem Fahrbahnprofil, Berechnung der Nutzlast eines Fahrzeugs oder einer Fahrzeugkombination, Berechnung des Nutzvolumens, Verteilung der Ladung, Auswirkungen der Überladung auf die Achse, Fahrzeugstabilität und Schwerpunkt, Arten von Verpackungen und Lastträgern, Bedienung der Ladeklappe (nur Klassen C1, C1 + E , C, C + E ); Ladungsicherung: wichtigste Kategorien von Gütern, die befestigt werden müssen, Feststell- und Sicherungstechniken, Verwendung der Sicherungsgurte, Überprüfung der Haltevorrichtungen, Einsatz des Umschlaggeräts, Abdecken mit einer Plane und Entfernen der Plane (nur Klassen C1, C1 + E , C, C + E ); Führerscheinklasse D
Richtsnoeren: belading: rijdende voertuigen aangrijpende krachten, de keuze van versnelling afstemmen op de belasting van het voertuig en het profiel van de weg, berekening van het laadvermogen van een voertuig of voertuigcombinatie, berekening van het totale volume, verdeling van de belasting, gevolgen van overbelasting van de as, stabiliteit van het voertuig en zwaartepunt, soorten verpakking en pallets, gebruik van de laadklep (alleen de categorieën C1, C1+E , C, C+E ). vastzetten van de lading: voornaamste categorieën goederen die moeten worden vastgezet, klem- en vastzettechnieken, gebruik van sjorringen, controleren van vastzetinrichtingen, gebruik van laad– en losmachines, aanbrenging en verwijdering van dekzeilen (alleen de categorieën C1, C1+E , C, C+E ); Rijbewijs D 1.1.8. Doel: kennis van de voorschriften inzake reizigersvervoer