56. betont, dass die Revision der
Instrumente für die externe Finanzhilfe als Gelegenheit gesehen werden sollte, die europäische Außenpolitik zu stärken, insbesondere im gegenwärtigen Prozess des Übergangs zur Demokratie in d
en südlichen Nachbarländern; fordert mehr Flexibilität und ein zügigeres Vorgehen bei der Auszahlung der finanziellen Unterstützung an anspruchsberechtigte Länder in Krisensituationen; unterstreicht die Notwendigkeit, dass die Kommission die Kapazitäten der begünstigten
...[+++]Länder stärkt, Eigenverantwortung für die Hilfe zu übernehmen und auf diese Weise ihre Wirkung zu optimieren; fordert die Kommission auf, auf den Lehren aufzubauen, die aus der früheren Generation von externen Finanzinstrumenten gewonnen wurden, und die vom Rechnungshof zur Sprache gebrachten Bedenken anzugehen; 56. benadrukt dat de herziening van d
e instrumenten voor externe financiële steun moet worden beschouwd als een gelegenheid om het Europees extern beleid te versterken, met name in het licht van het huidige overgangsproces naar democratie i
n de zuidelijke buurlanden; dringt aan op meer flexibiliteit en vaart bij het vrijmaken van financiële steun voor hiervoor in aanmerking komende landen in crisissituaties; benadrukt dat de Commissie zich moet inspannen om de capaciteiten in de begunstigde landen om het hulpproces zelf ter hand te
...[+++]nemen te versterken en het effect hiervan aldus te optimaliseren; verzoekt de Commissie voort te bouwen op de lessen die zijn getrokken uit de vorige generatie externe financieringsinstrumenten en de door de Europese Rekenkamer geuite zorgen weg te nemen;