58. geht aus von den Schlussfolgerungen der von ihm in Auftrag gegebenen Gutachten, wonach die Präsidentendekrete aus Sicht des EU-Rechts kein Hindernis für den Beitritt Tschechiens sind, was einschließt, dass nach dem Beitritt des Landes alle Bürger der Europäischen Union auf dem Gebiet der Tschechischen Republik die gleichen Rechte haben, dass In-absentia-Urteile außer Kraft gesetzt werden und dass das Gesetz Nr. 115 vom 8. Mai 1946 vom Standpunkt moderner Rechts
staatlichkeit keine Existenzberechtigung hat; erachtet die grundsätzlichen Aussagen der deutsch-tschechischen Erklärung vom 21. Januar 1997 als eine gute Grundlage für die V
...[+++]ersöhnung, die die moralische Basis für die Europäische Einigung darstellt; hält eine politische Geste der tschechischen Seite in diesem Sinne für wünschenswert; 58. gaat uit van de conclusie in de door het EP bestelde studies, volgens welke de presidentiële decreten uit het oogpunt van het Gemeenschapsrecht geen belemmering voor toetreding van Tsjechië tot de EU zijn, wat inhoudt dat na de toetreding van het land alle burgers
van de Unie gelijke rechten op het grondgebied van de Tsjechische Republiek hebben, dat veroordelingen bij verstek buiten werking dienen te worden gesteld en dat wet nr. 115 van 8 mei 1946, vanuit het oogpunt van moderne rechtsstaatsbeginselen, geen bestaansrecht heeft; is van mening dat de
...[+++] principiële passages in de Duits-Tsjechische verklaring van 21 januari 1997 een goed uitgangspunt voor verzoening zijn, welke de morele basis is voor de Europese eenwording; acht een politiek gebaar van Tsjechische zijde in deze zin wenselijk; 
