L. in der Erwägung, dass die Grundsätze der Einzelermächtigung (Artikel 5 EUV und Artikel 5 Absatz 1 EGV), der Subsidiarität (Artikel 2 Absatz 2 EUV und Artikel 5 Absatz 2 EGV), der Verhältnismäßigkeit (Artikel 6 Absatz 4 EUV und Artikel 5 Absatz 3 EGV) und der Achtung der nationalen Identität der Mitgliedstaaten (Arti
kel 6 Absatz 3 EUV) einer "horizontalen Delegation” von Befugnissen auf "autonome EU-Regulierungsagenturen” und einer "vertikalen Delegation” von Befugnissen und Aufgaben direkt durch die Union auf die regionale oder lokale Ebene im Sinne einer "stärkeren Einbindung der Regional- und Kommunalbehörden in die Politik der Uni
...[+++]on” , wie die Kommission einräumt, enge Grenzen setzen,L. overwegende dat - zoals de Commissie toegeeft - de beginselen van specifieke bevoegdheid (artikel 5 van het EU-Verdrag e
n artikel 5, eerste alinea van het EG-Verdrag), subsidiariteit (artikel 2, tweede alinea van het EU-Verdrag en artikel 5, tweede alinea van het EG-Verdrag), evenredigheid (artikel 6, lid 4 van het EU-Verdrag en artikel 5, derde alinea van het EG-Verdrag) en eerbiediging van de nationale identiteit van de lidstaten (artikel 6, lid 3 van het EU-Verdrag) grote beperking
en opleggen aan een horizontale overheveling van be ...[+++]voegdheden naar "autonome EU-regelgevingsorganen” en aan een verticale overheveling van bevoegdheden en taken rechtstreeks van de Unie naar regionale of plaatselijke instanties met als doel een "grotere betrokkenheid van regionale en lokale autoriteiten bij het beleid van de Unie” ,