(5) Hat die EUStA begründete Zweifel an der Identität der natürlichen Person, die den Antrag gemäß den Artikeln 59 oder 61 stellt, so kann sie zusätzliche Informationen anfordern, die zur Bestätigung der Identität der betroffenen Person erforderlich sind.
5. Indien het EOM redenen heeft om te twijfelen aan de identiteit van de natuurlijke persoon die een in artikel 59 of 61 bedoeld verzoek doet, kan het verzoeken om aanvullende informatie die noodzakelijk is ter bevestiging van de identiteit van de betrokkene.