Vertaling van "europäischen union ölpreis pro barrel " (Duits → Nederlands) :

In der Mitteilung über die EU-Strategie für Biokraftstoffe [KOM(2006) 34] wird dargelegt, dass beim derzeitigen Stand der Technik in der EU erzeugter Biodiesel bei einem Erdölpreis von etwa 60 EUR pro Barrel, Bioethanol hingegen erst bei einem Ölpreis von etwa 90 EUR pro Barrel wettbewerbsfähig ist.
Volgens de EU-strategie voor biobrandstoffen [COM(2006) 34] ligt het break even point voor in de EU geproduceerde biodiesel met de momenteel beschikbare technologie bij een olieprijs van ongeveer 60 euro per vat, terwijl bioethanol concurrerend wordt bij een olieprijs van ongeveer 90 euro per vat.

Beim derzeitigen Stand der Technik ist in der EU erzeugter Biodiesel bei einem Erdölpreis von etwa 60 EUR pro Barrel, Bioethanol hingegen erst bei einem Ölpreis von etwa 90 EUR pro Barrel wettbewerbsfähig.
Met toepassing van de huidige technologieën is in de EU geproduceerde biodiesel concurrerend bij olieprijzen van ongeveer 60 euro per vat, terwijl bio-ethanol pas concurrerend wordt wanneer de olieprijzen ongeveer 90 euro per vat bedragen.

Bei einem Ölpreis von 70 USD pro Barrel wären diese Kosten nur auf 5,2 bis 11,4 Mrd. EUR zu beziffern.
Met een olieprijs van 70 USD per vat zou dit bedrag dalen naar 5,2-11,4 mld EUR.

Bei einem Ölpreis von 48 USD pro Barrel, der von der Kommission zugrunde gelegten Basisannahme, sind die zusätzlichen direkten Kosten für die Erreichung eines Marktanteils von 14 % für Biokraftstoffe (verglichen mit den Kosten herkömmlicher Kraftstoffe) mit 11,5 bis 17,2 Mrd. EUR im Jahr 2020 zu veranschlagen.
Met een olieprijs van 48 USD per vat, het uitgangspunt van de Commissie, worden de extra directe kosten voor het bereiken van een marktaandeel van 14% voor biobrandstoffen (vergeleken met de kosten van traditionele brandstoffen) geschat op 11,5-17,2 mld EUR in 2020.

die Regierungen der Mitgliedstaaten sollten bei der Beschlussfassung über ihre nationalen Haushalte die Integrierten Leitlinien und die länderspezifischen Empfehlungen ebenso berücksichtigen wie die Haushaltslage im Euroraum insgesamt; die unterschiedlichen nationalen Zeitpläne für die Finanzpolitik und die wichtigsten Annahmen, die bei den Prognosen verwendet werden, sollten harmonisiert werden, um Ungleichheiten zu vermeiden, die durch die Verwendung unterschiedlicher makroökonomischer Prognosen (globales Wachstum, Wachstum in der Europäischen Union, Ölpreis pro Barrel, Zinsen) und andere Parameter verursacht werden; fordert die Kommission, Eurostat und die Mitgliedstaaten auf, auf die Festlegung von Instrumenten hinzuarbeiten, die die Vergleichbarkeit der nationalen Haushalte im Hinblick auf Ausgaben in verschiedenen Kategorien erhöhen;
de regeringen van de lidstaten zouden bij het nemen van beslissingen aangaande hun nationale begroting rekening moeten houden met de geïntegreerde richtsnoeren en de specifieke aanbevelingen voor hun land en de algemene begrotingssituatie in het eurogebied; de verschillende nationale fiscale kalenders en de belangrijkste veronderstellingen in de onderliggende prognoses moeten worden geharmoniseerd om ongelijkheid door gebruik van verschillende macro-economische prognoses (globale groei, EU-groei, prijs van een vat olie, rentetarieven) en andere parameters te vermijden, dringt er bij de Commissie, bij Eurostat en de lidstaten op aan te streven naar de vastlegging van instrumenten, waarmee de nationale begrotingen met betrekking tot de uitgaven in verschillende categorieën, beter met elkaar kunnen worden vergeleken;

Art. 5 - Gemäß den Bestimmungen der Verordnung (EU) Nr. 1408/2013 der Kommission vom 18. Dezember 2013 über die Anwendung der Artikel 107 und 108 des Vertrags über die Arbeitsweise der Europäischen Union auf De-minimis-Beihilfen im Agrarsektor beläuft sich das Bruttosubventionsäquivalent der Garantie auf höchstens 15.000 Euro pro Unternehmen während drei Jahren.
Art. 5. Het brutosubsidie-equivalent van de garantie bedraagt maximaal 15.000 euro per bedrijf gedurende drie jaar conform de bepalingen in Verordening (EU) nr. 1408/2013 van de Commissie van 18 december 2013 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de minimissteun in de landbouwsector.

2. weist darauf hin, dass die Energiepreise voraussichtlich weiter ansteigen werden, da sie derzeit – im Fall von Gas – an den Ölpreis pro Barrel bzw. – im Fall von Strom – an die schwankenden Kraftstoffpreise gekoppelt sind und außerdem von der Abhängigkeit Europas von Öl- und Gasimporten, von den Auswirkungen von Interventionsmaßnahmen, von der unzureichenden Förderung der Energieeffizienz und von mangelnden Investitionen in die Instandhaltung und die Modernisierung von Energiesystemen (u. a. für Lastflüsse entgegen der Hauptflussrichtung und Verbindungsleitungen) beeinflusst werden, wobei ein hohes Maß an Versorgungssicherheit sichergestellt und die Integration von RES gefördert werden soll; spricht sich aus diesem Grund dafür aus, den Gaspreis nicht mehr an den Ölindex zu koppeln, sondern flexiblere Lösungen zu suchen und gleichzeitig die Freiheit des Handels zu achten;
2. onderkent dat de trend van stijgende energieprijzen waarschijnlijk zal doorzetten, aangezien de energieprijzen momenteel gekoppeld zijn - in het geval van aardgas - aan de olieprijs per vat en - in het geval van elektriciteit - aan schommelende brandstofprijzen, en verder worden beïnvloed door de Europese afhankelijkheid van de invoer van olie en aardgas, door de impact van interventiemaatregelen, door ontoereikende maatregelen om energie-efficiëntie te bevorderen, en door het gebrek aan de investeringen die gedaan moeten worden om de energiesystemen in stand te houden en te moderniseren (o.a. bidirectionele stromen en interconnectoren) om hoge niveaus van leveringszekerheid te waarborgen en de integratie van hernieuwbare energiebronnen te vergemakkelijken; bepleit derhalve dat het gasprijsmechanisme wordt losgekoppeld van de olie-indexering en dat er flexibelere alternatieven worden gezocht, met inachtneming van de vrijheid van commerciële transactie;

4. hält es für wichtig, dass alle Mitgliedstaaten, zumindest die zum Euroraum gehörenden Staaten – unter Beachtung des Grundsatzes der Subsidiarität in der Steuerpolitik und Wahrung der Vorrechte der nationalen Regierungen für die Festlegung ihrer struktur- und haushaltspolitischen Maßnahmen – ihre unterschiedlichen nationalen fiskalpolitischen Zeitpläne koordinieren und für ihre Haushaltsprognosen ähnliche Kriterien heranziehen, um Diskrepanzen zu vermeiden, die von der Verwendung unterschiedlicher makroökonomischer Indikatoren (weltweites Wachstum, Wachstum in der Europäischen Union, Ölpreis je Barrel, Zinssätze) und anderer Parameter herrühren; glaubt, dass die Kommission dazu einen wichtigen Beitrag leisten kann;
4. zonder het subsidiariteitsbeginsel op fiscaal gebied aan te vechten en met inachtneming van de prerogatieven van de nationale regeringen wat het bepalen van hun structuur- en begrotingsbeleid betreft, acht het belangrijk dat alle lidstaten, op zijn minst degenen die deel uitmaken van de eurozone, hun begrotingsprojecties op soortgelijke criteria stoelen, om verschillen als gevolg van het gebruik van verschillende macro-economische voorspellingen (mondiale groei, groei in de EU, prijs van een vat olie, rentevoeten) en andere parameters te voorkomen; is van mening dat de Commissie een aanzienlijke bijdrage kan leveren om deze opdracht te volbrengen;