Artikel 14 der Europäischen Menschenrechtskonvention und Artikel 26 des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rechte verbieten die Diskriminierung aus gleich welchem Grund, etwa « wegen [.] der Sprache, [.], der politischen oder sonstigen Anschauung, [.] ».
Artikel 14 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en artikel 26 van het Internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten verbieden discriminatie, « op welke grond ook », « zoals [.] taal, [.], politieke of andere overtuiging, [.] ».