Vertaling van "europäischen bürgern davon " (Duits → Nederlands) :

Eine bessere Kommunikation hilft den Bürgern, von den auf EU-Ebene erzielten Fortschritten zu profitieren und die Kluft zwischen der tatsächlich erreichten europäischen Integration und der Wahrnehmung, die die Bürger davon haben, zu überwinden.
Een betere communicatie zal de burgers helpen profiteren van de op EU-niveau geboekte vooruitgang en de kloof tussen de realiteit van de Europese integratie en de perceptie van de mensen dichten.

52. weist darauf hin, dass Arbeitslosigkeit und soziale Härten infolge der Wirtschaftskrise und der Sparmaßnahmen im öffentlichen Sektor in einer Reihe von Mitgliedstaaten weiter zunehmen und dass jüngere und ältere Menschen, Frauen und Männer und deren Familienangehörige hiervon in unterschiedlicher Weise betroffen sind, und fordert deshalb die Europäische Union und die Mitgliedstaaten auf, ihr Engagement zu verstärken und spezielle Maßnahmen zur Beseitigung von Armut und zur Bekämpfung sozialer Ausgrenzung, insbesondere von Frauenarmut und deren Auswirkungen auf die Familien, zu ergreifen, da Armut und soziale Ausgrenzung einen Verstoß gegen die Menschenrechte darstellen und mindestens einer von sechs europäischen Bürgern davon betroffen ist;
52. wijst erop dat werkloosheid en sociale tegenspoed in een aantal lidstaten als gevolg van de economische crisis en de bezuinigingsmaatregelen in de publieke sector nog altijd toenemen en jongeren en oudere mensen, man en vrouw en hun gezin op verschillende manieren treffen, en vraagt de Europese Unie en de lidstaten dan ook om hun inzet uit te breiden en doelgerichte maatregelen te nemen om armoede uit te roeien en sociaal isolement te bestrijden, vooral armoede onder vrouwen en de directe gevolgen daarvan voor kinderen, omdat armoede en sociaal isolement een schending van de rechten van de mens betekenen en op zijn minst 1 op elke 6 Europese burgers treffen;

16. weist darauf hin, dass Arbeitslosigkeit und soziale Härten infolge der Wirtschaftskrise in einer Reihe von Mitgliedstaaten weiter zunehmen und dass jüngere und ältere Menschen, Frauen und Männer und deren Familienangehörige hiervon in unterschiedlicher Weise betroffen sind, und fordert deshalb die Europäische Union und die Mitgliedstaaten auf, ihr Engagement zu verstärken und spezielle Maßnahmen zur Beseitigung von Armut und zur Bekämpfung sozialer Ausgrenzung, insbesondere von Frauenarmut und deren Auswirkungen auf die Familien, zu ergreifen, da Armut und soziale Ausgrenzung einen Verstoß gegen die Menschenrechte darstellen und mindestens einer von sechs europäischen Bürgern davon betroffen ist; fordert die Kommission und die Mitgliedstaaten auf, das Augenmerk besonders auf den Schutz der schutzbedürftigsten Gruppen (Alleinerziehende, Familien mit drei oder mehr Kindern, Menschen mit Behinderungen, ethnische Minderheiten, vor allem Roma, Menschen, die in den am stärksten benachteiligten Mikroregionen leben, Menschen mit eingeschränkter Arbeitsfähigkeit und junge Menschen ohne Berufserfahrung) zu richten; ist der Ansicht, dass Zugang zu Bildung und Arbeitsmarkt sowie Teilhabe an der Gesellschaft Voraussetzungen für ein menschenwürdiges Leben sind; fordert die Europäische Union und die Mitgliedstaaten auf, sicherzustellen, dass Maßnahmen zur Beseitigung der Kinderarmut getroffen werden und alle Kinder im Leben die gleichen Chancen haben;
16. wijst erop dat werkloosheid en sociale tegenspoed in een aantal lidstaten als gevolg van de economische crisis nog altijd toenemen en jongeren en oudere mensen, man en vrouw en hun gezin op verschillende manieren treffen, en vraagt de Europese Unie en de lidstaten dan ook om hun inzet uit te breiden en doelgerichte maatregelen te nemen om armoede uit te roeien en sociaal isolement te bestrijden, vooral armoede onder vrouwen en de directe gevolgen daarvan voor het gezinsleven, omdat armoede en sociaal isolement een schending van de rechten van de mens betekenen en op zijn minst 1 op elke 6 Europese burgers treffen; vraagt de Commissie en de lidstaten hun aandacht vooral op de kwetsbaarste groepen te richten (éénoudergezinnen, gezinnen met 3 of meer kinderen, gehandicapten, etnische minderheden, vooral Roma, de bevolking van zeer kleine achtergestelde gebieden, personen met verminderde arbeidsmogelijkheden en jongeren zonder arbeidservaring); meent dat een bevredigende levenswijze onderwijsmogelijkheden, toegang tot de arbeidsmarkt en deelname aan de samenleving veronderstelt; vraagt de Europese Unie en de lidstaten om erop toe te zien dat er maatregelen getroffen worden om de armoede van kinderen uit te roeien en te zorgen dat alle kinderen gelijke kansen in het leven krijgen;

15. weist darauf hin, dass Arbeitslosigkeit und soziale Härten infolge der Wirtschaftskrise in einer Reihe von Mitgliedstaaten weiter zunehmen und dass jüngere und ältere Menschen, Frauen und Männer und deren Familienangehörige hiervon in unterschiedlicher Weise betroffen sind, und fordert deshalb die Europäische Union und die Mitgliedstaaten auf, ihr Engagement zu verstärken und spezielle Maßnahmen zur Beseitigung von Armut und zur Bekämpfung sozialer Ausgrenzung, insbesondere von Frauenarmut und deren Auswirkungen auf die Familien, zu ergreifen, da Armut und soziale Ausgrenzung einen Verstoß gegen die Menschenrechte darstellen und mindestens einer von sechs europäischen Bürgern davon betroffen ist; fordert die Kommission und die Mitgliedstaaten auf, das Augenmerk besonders auf den Schutz der schutzbedürftigsten Gruppen (Alleinerziehende, Familien mit drei oder mehr Kindern, Menschen mit Behinderungen, ethnische Minderheiten, vor allem Roma, Menschen, die in den am stärksten benachteiligten Mikroregionen leben, Menschen mit eingeschränkter Arbeitsfähigkeit und junge Menschen ohne Berufserfahrung) zu richten; ist der Ansicht, dass Zugang zu Bildung und Arbeitsmarkt sowie Teilhabe an der Gesellschaft Voraussetzungen für ein menschenwürdiges Leben sind; fordert die Europäische Union und die Mitgliedstaaten auf, sicherzustellen, dass Maßnahmen zur Beseitigung der Kinderarmut getroffen werden und alle Kinder im Leben die gleichen Chancen haben;
15. wijst erop dat werkloosheid en sociale tegenspoed in een aantal lidstaten als gevolg van de economische crisis nog altijd toenemen en jongeren en oudere mensen, man en vrouw en hun gezin op verschillende manieren treffen, en vraagt de Europese Unie en de lidstaten dan ook om hun inzet uit te breiden en doelgerichte maatregelen te nemen om armoede uit te roeien en sociaal isolement te bestrijden, vooral armoede onder vrouwen en de directe gevolgen daarvan voor het gezinsleven, omdat armoede en sociaal isolement een schending van de rechten van de mens betekenen en op zijn minst 1 op elke 6 Europese burgers treffen; vraagt de Commissie en de lidstaten hun aandacht vooral op de kwetsbaarste groepen te richten (éénoudergezinnen, gezinnen met 3 of meer kinderen, gehandicapten, etnische minderheden, vooral Roma, de bevolking van zeer kleine achtergestelde gebieden, personen met verminderde arbeidsmogelijkheden en jongeren zonder arbeidservaring); meent dat een bevredigende levenswijze onderwijsmogelijkheden, toegang tot de arbeidsmarkt en deelname aan de samenleving veronderstelt; vraagt de Europese Unie en de lidstaten om erop toe te zien dat er maatregelen getroffen worden om de armoede van kinderen uit te roeien en te zorgen dat alle kinderen gelijke kansen in het leven krijgen;

6. weist darauf hin, dass Arbeitslosigkeit und soziale Härten infolge der Wirtschaftskrise in einer Reihe von Mitgliedstaaten weiter zunehmen und dass jüngere und ältere Menschen, Frauen und Männer und deren Familienangehörige hiervon in unterschiedlicher Weise betroffen sind, und fordert deshalb die Europäische Union und die Mitgliedstaaten auf, ihr Engagement zu verstärken und spezielle Maßnahmen zur Beseitigung von Armut und zur Bekämpfung sozialer Ausgrenzung zu ergreifen, da Armut und soziale Ausgrenzung einen Verstoß gegen die Menschenrechte darstellen und mindestens einer von sechs europäischen Bürgern davon betroffen ist; fordert die Kommission und die Mitgliedstaaten auf, das Augenmerk besonders auf den Schutz der schutzbedürftigsten Gruppen (Alleinerziehende, Familien mit drei oder mehr Kindern, Menschen mit Behinderungen, ethnische Minderheiten, vor allem Roma, Menschen, die in den am stärksten benachteiligten Mikroregionen leben, Menschen mit eingeschränkter Arbeitsfähigkeit und junge Menschen ohne Berufserfahrung) zu richten; ist der Ansicht, dass Zugang zu Bildung und Arbeitsmarkt sowie Teilhabe an der Gesellschaft Voraussetzungen für ein menschenwürdiges Leben sind; fordert die Europäische Union und die Mitgliedstaaten auf, sicherzustellen, dass Maßnahmen zur Beseitigung der Kinderarmut getroffen werden und alle Kinder im Leben die gleichen Chancen haben;
6. wijst erop dat werkloosheid en sociale tegenspoed in een aantal lidstaten als gevolg van de economische crisis nog altijd toenemen en jongeren en oudere mensen, man en vrouw en hun gezin op verschillende manieren treffen, en vraagt de Europese Unie en de lidstaten dan ook om hun inzet uit te breiden en doelgerichte maatregelen te nemen om armoede uit te roeien en sociaal isolement te bestrijden, omdat armoede en sociaal isolement een schending van de rechten van de mens betekenen en op zijn minst 1 op elke 6 Europese burgers treffen; vraagt hun om hun aandacht vooral op de kwetsbaarste groepen te richten (éénoudergezinnen, gezinnen met 3 of meer kinderen, gehandicapten, etnische minderheden, vooral zigeuners, de bevolking van zeer kleine achtergestelde gebieden, personen met verminderde arbeidsmogelijkheden en jongeren zonder arbeidservaring); meent dat een bevredigende levenswijze onderwijsmogelijkheden, toegang tot de arbeidsmarkt en deelname aan de samenleving veronderstelt, en vraagt de Europese Unie en de lidstaten om erop toe te zien dat er maatregelen getroffen worden om de armoede van kinderen uit te roeien en te zorgen alle kinderen gelijke kansen in het leven krijgen;

« Verstößt Artikel 9 des Gesetzes vom 8. Juli 2011 zur Abänderung des Gesetzes vom 15. Dezember 1980 über die Einreise ins Staatsgebiet, den Aufenthalt, die Niederlassung und das Entfernen von Ausländern [in Bezug auf die Bedingungen für die Familienzusammenführung] gegen die Artikel 10, 11 und 22 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit den Artikeln 18 bis 20 des Vertrags über die Arbeitsweise der Europäischen Union, den Artikeln 2, 3, 7 und 24 der Richtlinie 2004/38/EG vom 29. April 2004 über das Recht der Unionsbürger und ihrer Familienangehörigen, sich im Hoheitsgebiet der Mitgliedstaaten frei zu bewegen und aufzuhalten, den Artikeln 8 und 14 der europäischen Konvention zum Schutze der Menschenrechte und Grundfreiheiten und den Artikeln 7, 20, 21 und 45 der Charta der Grundrechte der Europäischen Union, indem er ohne objektive und vernünftige Rechtfertigung einen Behandlungsunterschied zwischen zwei Kategorien von Bürgern der Europäischen Union einführt, das heißt zwischen den Belgiern - unabhängig davon, ob sie bereits von ihrem Freizügigkeitsrecht im Hoheitsgebiet der anderen Mitgliedstaaten der Europäischen Union Gebrauch gemacht haben oder nicht - und den anderen Unionsbürgern, die ein Aufenthaltsrecht von mehr als drei Monaten in Belgien genießen, wobei die Erstgenannten vom Vorteil der Familienzusammenführung mit ihrem Ehepartner ausgeschlossen werden, wenn Letzterer oder sie selbst weniger als einundzwanzig Jahre alt sind?
« Schendt artikel 9 van de wet van 8 juli 2011 tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen [wat betreft de voorwaarden tot gezinshereniging] de artikelen 10, 11 en 22 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 18 tot 20 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, de artikelen 2, 3, 7 en 24 van de Richtlijn 2004/38/EG van 29 april 2004 betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden, de artikelen 8 en 14 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en de artikelen 7, 20, 21 en 45 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, in zoverre het, zonder objectieve en redelijke verantwoording, een verschil in behandeling creëert tussen twee categorieën van burgers van de Unie, namelijk de Belgen - los van het feit of zij al dan niet gebruik hebben gemaakt van hun recht van vrij verkeer van personen op het grondgebied van de andere lidstaten van de Europese Unie - en de andere burgers van de Unie die in België een verblijfsrecht van meer dan drie maanden genieten, doordat de eerstgenoemden zijn uitgesloten van het voordeel van gezinshereniging met hun echtgenoot indien deze of zijzelf minder dan eenentwintig jaar oud zijn ?

« Verstösst Artikel 9 des Gesetzes vom 8. Juli 2011 zur Abänderung des Gesetzes vom 15. Dezember 1980 über die Einreise ins Staatsgebiet, den Aufenthalt, die Niederlassung und das Entfernen von Ausländern [in Bezug auf die Bedingungen für die Familienzusammenführung] gegen die Artikel 10, 11 und 22 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit den Artikeln 18 bis 20 des Vertrags über die Arbeitsweise der Europäischen Union, den Artikeln 2, 3, 7 und 24 der Richtlinie 2004/38/EG vom 29. April 2004 über das Recht der Unionsbürger und ihrer Familienangehörigen, sich im Hoheitsgebiet der Mitgliedstaaten frei zu bewegen und aufzuhalten, den Artikeln 8 und 14 der europäischen Konvention zum Schutze der Menschenrechte und Grundfreiheiten und den Artikeln 7, 20, 21 und 45 der Charta der Grundrechte der Europäischen Union, indem er ohne objektive und vernünftige Rechtfertigung einen Behandlungsunterschied zwischen zwei Kategorien von Bürgern der Europäischen Union einführt, das heisst zwischen den Belgiern - unabhängig davon, ob sie bereits von ihrem Freizügigkeitsrecht im Hoheitsgebiet der anderen Mitgliedstaaten der Europäischen Union Gebrauch gemacht haben oder nicht - und den anderen Unionsbürgern, die ein Aufenthaltsrecht von mehr als drei Monaten in Belgien geniessen, wobei die Erstgenannten vom Vorteil der Familienzusammenführung mit ihrem Ehepartner ausgeschlossen werden, wenn Letzterer oder sie selbst weniger als einundzwanzig Jahre alt sind?
« Schendt artikel 9 van de wet van 8 juli 2011 tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen [wat betreft de voorwaarden tot gezinshereniging] de artikelen 10, 11 en 22 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 18 tot 20 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, de artikelen 2, 3, 7 en 24 van de richtlijn 2004/38/EG van 29 april 2004 betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden, de artikelen 8 en 14 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en de artikelen 7, 20, 21 en 45 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, in zoverre het, zonder objectieve en redelijke verantwoording, een verschil in behandeling creëert tussen twee categorieën van burgers van de Unie, namelijk de Belgen - los van het feit of zij al dan niet gebruik hebben gemaakt van hun recht van vrij verkeer van personen op het grondgebied van de andere lidstaten van de Europese Unie - en de andere burgers van de Unie die in België een verblijfsrecht van meer dan drie maanden genieten, doordat de eerstgenoemden zijn uitgesloten van het voordeel van gezinshereniging met hun echtgenoot indien deze of zijzelf minder dan eenentwintig jaar oud zijn ?

Damit die Kluft zwischen der Europäischen Union und den Bürgern überwunden wird, müssen auf der Grundlage einer allgemeinen Vorstellung davon, wohin sich die Union entwickelt, klare Politiken und Ziele bestimmt werden.
Om de Europese Unie dichter bij haar burgers te brengen moeten duidelijke beleidslijnen en doelstellingen worden vastgesteld in het kader van een globale visie van de door de Unie te volgen weg.

Die Entwicklung des offenen Unterrichts und der Fernlehre ist, unabhängig davon, ob hierbei die Informations- und Kommunikationstechnologien eingesetzt werden, ein wichtiger Faktor, der es den Bürgern der Europäischen Union ermöglicht, die Vorteile zu nutzen, die sich aus einem offenen europäischen Raum der Zusammenarbeit im Bildungswesen ergeben.
Bevordering van het open en afstandsonderwijs De ontwikkeling van het open en afstandsonderwijs, waarbij al dan niet informatie- en communicatietechnologieën gebruikt worden, vormt een belangrijke factor waardoor de burgers van de Europese Unie kunnen profiteren van de voordelen die zijn verbonden aan een open Europese ruimte voor samenwerking op onderwijsgebied.