Vertaling van "etwaige besondere bedürfnisse " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

Pädagogik für besondere Bedürfnisse | Sonderpädagogik | sonderpädagogische Förderung
buitengewoon onderwijs | onderwijs aan leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften

besondere pädagogische Bedürfnisse | sonderpädagogischer Förderbedarf
speciale onderwijsbehoeften

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Prüfung etwaiger besonderer Bedürfnisse in der Anfangsphase der Errichtung der Infrastrukturen für alternative Kraftstoffe.
Een beschouwing over eventuele bijzondere behoeften in de beginfase van de opbouw van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen.

Prüfung etwaiger besonderer Bedürfnisse in der Anfangsphase der Errichtung der Infrastrukturen für alternative Kraftstoffe.
Een beschouwing over eventuele bijzondere behoeften in de beginfase van de uitrol van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen.

(2) Die Mitgliedstaaten gewährleisten, dass die in Absatz 1 vorgesehene Rechtsbelehrung entweder mündlich oder schriftlich in einfacher und verständlicher Sprache erfolgt, wobei etwaige besondere Bedürfnisse schutzbedürftiger Verdächtiger oder schutzbedürftiger beschuldigter Personen berücksichtigt werden.
2. De lidstaten zien erop toe dat de in lid 1 bedoelde informatie mondeling of schriftelijk en in eenvoudige en toegankelijke bewoordingen wordt verstrekt, waarbij rekening wordt gehouden met eventuele specifieke behoeften van kwetsbare verdachten of beklaagden.

Dabei werden die Umsetzung großer Infrastrukturprojekte, besondere Probleme und Bedürfnisse bestimmter Sektoren, etwaige Verstöße gegen die Vorschriften in der Vergangenheit sowie die Gefährdung bestimmter Gruppen von Arbeitnehmern berücksichtigt.
Bij de risicobeoordeling wordt rekening gehouden met factoren als de verwezenlijking van grote infrastructuurprojecten, de speciale problemen en behoeften van specifieke sectoren, de inbreuken in het verleden en de kwetsbaarheid van bepaalde groepen werknemers.

Berücksichtigung etwaiger Unterschiede in Bezug auf die Lebensbedingungen, Bedürfnisse, Ambitionen, Interessen und Verhaltensweisen junger Menschen, die auf verschiedene Faktoren zurückzuführen sind, wobei denjenigen, die aus unterschiedlichen Gründen vielleicht geringere Chancen haben, besondere Aufmerksamkeit zu schenken ist.
rekening te houden met mogelijke, aan diverse factoren toe te schrijven verschillen in levensomstandigheden, behoeften, aspiraties, interesses en attitudes van jongeren, met bijzondere aandacht voor diegenen die om uiteenlopende redenen wellicht minder kansen krijgen.

20. betont, dass der GEEREF der Berücksichtigung der spezifischen Bedürfnisse der am wenigstens entwickelten Länder sowie den Interventionen, die erwiesenermaßen starke Bezüge zur Armutsbekämpfung aufweisen, Vorrang einräumen muss; stellt fest, dass sich der Aufgabenbereich des GEEREF auf die Unterstützung regionaler Unterfonds für afrikanische Staaten südlich der Sahara, für die Inselstaaten der Karibik und des pazifischen Raums, für die europäischen Nachbarstaaten (einschließlich Nordafrika und der osteuropäischen Nicht-EU-Staaten), für Lateinamerika und für Asien erstreckt; fordert jedoch, dass besonderes Gewicht darauf gelegt wird, den Bedürfnissen der AKP-Länder zu entsprechen; fordert die Kommission auf, bei der Aufteilung der Mittel zu gewährleisten, dass diese nicht nur an einen oder zwei Unterfonds vergeben werden; empfiehlt nachdrücklich, dass etwaige Unterfonds für China und Russland, falls sie in das Portfolio aufgenommen werden sollten, nicht alle verfügbaren Mittel an sich ziehen und dass ihnen als Pilotprojekten besonderes Interesse zukommen sollte;
20. benadrukt dat het GEEREF prioriteit dient te geven aan het bevredigen van de specifieke behoeften van de minst ontwikkelde landen en aan projecten die aantoonbaar nauw verband houden met armoedebestrijding; constateert dat het GEEREF gericht zal zijn op de ondersteuning van regionale subfondsen voor landen in Afrika bezuiden de Sahara, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, de landen van het Europees nabuurschap (inclusief Noord-Afrika en de Oost-Europese niet-EU-landen), Latijns-Amerika en Azië; verzoekt er evenwel om bijzondere aandacht te besteden aan de behoeften van de ACS-landen; verzoekt de Commissie bij de verdeling van de middelen ervoor te zorgen dat deze niet aan slechts één of twee subfondsen worden toebedeeld; adviseert met nadruk dat eventuele in het fonds opgenomen subfondsen voor Rusland en China niet alle beschikbare middelen dienen op te slokken en dat zij een belangrijke rol moeten spelen als proefprojecten;

20. betont, dass der GEEREF der Berücksichtigung der spezifischen Bedürfnisse der am wenigstens entwickelten Länder (LDC) sowie den Interventionen, die erwiesenermaßen starke Bezüge zur Armutsbekämpfung aufweisen, Vorrang einräumen muss; stellt fest, dass sich der Aufgabenbereich des GEEREF auf die Unterstützung regionaler Unterfonds für afrikanische Staaten südlich der Sahara, für die Inselstaaten der Karibik und des pazifischen Raums, für die europäischen Nachbarstaaten (einschließlich Nordafrika und der osteuropäischen Nicht-EU-Staaten), für Lateinamerika und für Asien erstreckt; fordert jedoch, dass besonderes Gewicht darauf gelegt wird, den Bedürfnissen der AKP-Länder zu entsprechen; fordert die Kommission auf, bei der Aufteilung der Mittel zu gewährleisten, dass diese nicht nur an einen oder zwei Unterfonds vergeben werden; empfiehlt nachdrücklich, dass etwaige Unterfonds für China und Russland, falls sie in das Portfolio aufgenommen werden sollten, nicht alle verfügbaren Mittel an sich ziehen und dass ihnen als Pilotprojekten besonderes Interesse zukommen sollte;
20. benadrukt dat het GEEREF prioriteit dient te geven aan het bevredigen van de specifieke behoeften van de minst ontwikkelde landen (MOL) en aan projecten die aantoonbaar nauw verband houden met armoedebestrijding; constateert dat het GEEREF gericht zal zijn op de ondersteuning van regionale subfondsen voor landen in Afrika bezuiden de Sahara, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, de landen van het Europees nabuurschap (inclusief Noord-Afrika en de Oost-Europese niet-EU-landen), Latijns-Amerika en Azië; verzoekt er evenwel om bijzondere aandacht te besteden aan de behoeften van de ACS-landen; verzoekt de Commissie bij de verdeling van de middelen ervoor te zorgen dat deze niet aan slechts één of twee subfondsen worden toebedeeld; adviseert met nadruk dat eventuele in het fonds opgenomen subfondsen voor Rusland en China niet alle beschikbare middelen dienen op te slokken en dat zij een belangrijke rol moeten spelen als proefprojecten;