Während das wallonische Dekret vom 27. Mai 2004, « durch welches die Auswirkungen des Gesetzes vom 31. Dezember 2003 zur Einführung einer einmaligen befreienden Erklärung auf die regionalen Steuern anwendbar gemacht werden » (nachstehend: das Dekret vom 27. Mai 2004), auf die vor
dem 1. Januar 2003 eröffneten Nachlässe Anwendung finde, führe Artikel 1 des angefochtenen Dekrets nach Auffassung des Klägers zu einer Diskriminierung zwischen den Steuerpflichtigen, die von der Erhöhung der Sätze der Erbschaftssteuern « zwischen anderen » betroffen seien, und der gleichen Kategorie von Anspruchsberechtigten, die aufgrund des Dekrets vom 27. Ma
...[+++]i 2004 in den Genuss einer erheblichen Herabsetzung der Steuerlast auf Guthaben, die auf betrügerische Weise den Erbschaftssteuern entgangen seien, gelangen könnten.Terwijl het Waalse decreet van 27 mei 2004 « waarbij de gevolgen van de wet van 31 december 2003 houdende invoering van een eenmalige bevrijdende aangifte van toepassing worden gemaakt op de gewestelijke belastingen » (hierna : het decreet van 27 mei 2004), van toepassin
g is op de nalatenschappen opengevallen vóór 1 januari 2003, voert artikel 1 van het bestreden decreet volgens de verzoeker een discriminatie in tussen de belastingplichtigen die worden getroffen door de verhoging van de tarieven van de successierechten « Tussen alle andere personen » en dezelfde categorie van rechtverkrijgenden die op grond van het decreet van 27 mei 200
...[+++]4 een aanzienlijke verlichting van de fiscale last kan genieten voor tegoeden die op frauduleuze wijze aan de successierechten zijn onttrokken.