Die klagenden Parteien bemängeln, dass Artikel 2 Buchstabe c) es den darin erwähnten Lehranstalten ermögliche, zusätzlich zu den Zusatzgebühren Kosten zu berechnen, die nach den Realkosten für die den Studenten individuell erteilten Güter und Dienstleistungen bewertet würden.
De verzoekende partijen verwijten artikel 2, c), dat het de daarin beoogde onderwijsinstellingen mogelijk maakt om, naast het bijkomend inschrijvingsgeld, de kosten tegen de werkelijke kostprijs aan te rekenen voor de individueel aan de student geleverde goederen en diensten.