Vorbehaltlich der in B.8.3, B.8.4 und B.9.4 erwähnten Auslegungen sind die angefochtenen Bestimmungen vereinbar mit den Artikeln 10, 11, 12 Absätze 1 und 2 und 191 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 9 Absatz 1 des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rechte und mit Artikel 5 Absatz 1 der Europäischen Menschenrechtskonvention.
Onder voorbehoud van de interpretaties vermeld in B.8.3, B.8.4 en B.9.4 zijn de bestreden bepalingen bestaanbaar met de artikelen 10, 11, 12, eerste en tweede lid, en 191 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 9, lid 1, van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten en met artikel 5.1 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens.