31. hebt hervor, dass eine geringe Qualifikation, wie sie gegenwärtig ein Dritt
el der europäischen Erwerbsbevölkerung (72 Millionen Arbeitnehmer) aufweist, die große Gefahr der Erwerbslosigkeit birgt und dass jeder Mensch mittels Fortbildung die für
eine Beschäftigung erforderlichen Qualifikationen erwerben oder aufrechterhalten und die Qualität seiner Arbeit verbessern kann; verweist darauf, wie wichtig die Anerkennung und Nutzung von Fähigkeiten, die durch nicht-formales und informales Lernen erworben wurden, als Grundlage für die
...[+++]Entwicklung des lebenslangen Lernens sowohl im Kontext der nationalen Rahmen für berufliche Qualifikationen als auch des Europäischen Qualifikationsrahmens ist; 31. benadrukt dat aan een laag opleidingsniveau, een situatie waarin momenteel een derde d
eel van de Europese beroepsbevolking (72 miljoen werknemers) zich bevindt, een hoog werkloosheidsrisico is verbonden en dat de betrokkenen via opleiding de noodzakelijke vaardigheden kunnen blijven behouden of verwerven om een baan te vinden en de kwaliteit van hun werk te verbeteren; wijst erop dat het belangrijk is dat competenties die zijn verworven via niet-officieel en informeel onderwijs worden erkend en gevalideerd, hetgeen een basis vormt voor de ontwikkeling van levenslang leren, zowel binnen de nationale kaders voor beroepskwalificaties als
binnen het ...[+++] Europees kwalificatiekader;