Zweitens behaupten Griechenland HSY und TKMS/Elliniki Nafpigokataskevastiki, dass im Fall der HSY der Nettoerlös ihres Verkaufs (das heißt Einnahmen minus Kosten) — inklusive der erwarteten Zahlungen infolge der Bürgschaft — höher war als die Kosten ihrer Abwicklung.
In de tweede plaats stellen Griekenland, HSY en TKMS/GNSH dat de netto-opbrengst (d.w.z. de opbrengst minus de kosten) hoger was bij verkoop van HSY — inclusief de verwachte betalingen die op grond van de garantie zouden plaatsvinden — dan wanneer HSY geliquideerd zou worden.