Aus dem Vorhergehenden ergibt sich, dass Artikel 3 des Dekrets vom 28. Juni 1985 im Widerspruch stand zu den durch die Verfassung oder kraft derselben zur Bestimmung der jeweiligen Zuständigkeit von Staat, Gemeinschaften und Regionen festgelegten Vorschriften, insbesondere zu Artikel 7 des Sondergesetzes vom 8. August 1980 zur Reform der Institutionen in seiner zum Zeitpunkt der Annahme der beanstandeten Bestimmung geltenden Fassung, insofern er in Abweichung von Artikel 76 des früheren Gemeindegesetzes in Verbindung mit Artikel 910 des Zivilgesetzbuches dem Provinzgouverneur die Zuständigkeit verlieh, in letzter Instanz über einen Gemeinderatsbeschluss zu urteilen, mit d
em ein der Gemeinde zugunsten ...[+++] der Armen der Gemeinde erteiltes Legat angenommen wird.Uit wat voorafgaat volgt dat artikel 3 van het decreet van 28 juni 1985 in strijd was met de door of krachtens de Grondwet vastgestelde regels voor het bepalen van de onderscheiden bevoegdheden van de Staat, de gemeenschappen en de gewesten, meer bepaald met artikel 7 van de b
ijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, zoals van toepassing op het tijdstip van aanneming van de betwiste bepaling in zoverre het, in afwijking van artikel 76 van de oude gemeentewet gelezen in samenhang met artikel 910 van het Burgerlijk Wetboek, de provinciegouverneur bevoegd maakte om in laatste instantie uitspraak te doen over een gem
...[+++]eenteraadsbesluit waarbij een aan de gemeente toegekend legaat ten voordele van de armen van de gemeente wordt aanvaard.