Traduction de «erteilt gelten falls » (Allemand → Néerlandais) :

Eine Genehmigung sollte, sofern keine andere Regelung vorliegt, als erteilt gelten, falls keine Antwort binnen einer bestimmten Frist erfolgt.
Bij gebreke van andere regelingen, dient, bij het uitblijven van een antwoord binnen een bepaalde termijn, een vergunning geacht te zijn verleend.

(63) Eine Genehmigung sollte, sofern keine andere Regelung vorliegt, als erteilt gelten, falls keine Antwort binnen einer bestimmten Frist erfolgt.
(63) Bij gebreke van andere regelingen , dient, bij het uitblijven van een antwoord binnen een bepaalde termijn, een vergunning geacht te zijn verleend.

Sie gelten bis zum Ende des dritten Monats nach dem Ausstellungsmonat, jedoch nicht länger als bis zum 30. September, ausgenommen im Fall von Zucker — außerordentliche Einfuhr und Zucker — industrielle Einfuhr, in dem die Lizenzen bis zum Ende des Wirtschaftsjahrs gelten, für das sie erteilt wurden.
Zij blijven geldig tot het einde van de derde maand volgende op die waarin zij zijn afgegeven, maar uiterlijk tot en met 30 september, behalve die voor suiker voor uitzonderlijke en voor industriële invoer, die geldig blijven tot het einde van het verkoopseizoen waarvoor zij zijn afgegeven.

Diese sehen vor, dass im Falle des Fischfangs von Fahrzeugen, die unter einer Drittlandflagge fahren und die nicht nachweisen können, dass der Fisch nachhaltig gefangen wurde – also z. B. unter Einhaltung bestimmter Obergrenzen oder der Vorschriften, die in verschiedenen regionalen Organisationen für Fischereiwirtschaft wie der GFCM im Falle des Mittelmeeres gelten –, dieser Fang als illegal eingestuft und keine Genehmigung für die Anlandung in dem Mitgliedstaat, in dem er angelandet werden sollte, erteilt wird.
Als vis bijvoorbeeld wordt gevangen door schepen die onder de vlag van een derde land varen, en die schepen kunnen niet bewijzen dat de vis op duurzame wijze is gevangen - met andere woorden, binnen de quota en binnen de parameters van de regels die gelden in verschillende organisaties voor regionaal visserijbeheer, zoals, in het geval van de Middellandse Zee, de GFCM - dan zal deze vis als illegaal beschouwd worden en zal er geen toestemming worden verleend om de vis aan te voeren in de lidstaat waarvoor deze bestemd was.

4. « Verstösst Artikel 135 § 1 des Strafprozessgesetzbuches in Verbindung mit Artikel 135 § 2 des Strafprozessgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, Artikel 1 des einleitenden Titels des Strafprozessgesetzbuches, Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention und Artikel 14 des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rechte, insofern Artikel 135 § 1 des Strafprozessgesetzbuches einer Zivilpartei das Recht erteilt, mittels Einlegung einer Berufung gegen einen Verweisungsbeschluss die Strafverfolgung durchzuführen, was grundsätzlich nur der Staatsanwaltschaft zusteht, während der Beschuldigte selbst eine solche Berufung nicht einlegen kann, ausser wenn die Bedingungen von Artikel 135 § 2 des Strafprozessgesetzbuches erfüllt sind, aufgrund des Prinzips, wonach die Verfolgungspolitik der Staatsanwaltschaft nicht den Parteien zusteht und nicht zur Beurteilung vorliegt, einerseits und die Rechte des Beschuldigten bei Verweisung an den Tatrichter uneingeschränkt gelten, andererseits, wobei diese Ungleichheit im vorliegenden Fall darin bestehen würde, dass die Zivilpartei, die ihre Rechte auch vor dem Tatrichter geltend machen kann, sich wohl in die Verfolgungspolitik einmischen könnte und in zulässiger Weise Berufung einlegen könnte, und zwar aufgrund von rein individuellen Interessen, was bei Verweisung an den Tatrichter ebenfalls zu den Kompetenzen dieses Tatrichters gehört?
4. « Schendt artikel 135, § 1, Sv, in zijn samenhang gelezen en begrepen met artikel 135, § 2, Sv, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, 1 VTSv, 6 EVRM en 14 IVBPR, in zoverre het artikel 135, § 1 Sv, een burgerlijke partij het recht geeft om door het instellen van een hoger beroep tegen een verwijzingsbeschikking, de strafvordering uit te oefenen, wat principieel alleen aan het OM toekomt, terwijl de inverdenkinggestelde zelf dergelijk hoger beroep niet kan instellen, behoudens wanneer voldaan is aan artikel 135, § 2, Sv, op grond van het beginsel dat, enerzijds, het vervolgingsbeleid van het OM partijen niet toekomt en ook niet ter beoordeling is, en, anderzijds, de rechten van de inverdenkinggestelde bij een verwijzing naar de bodemrechter onverkort te zijn [sic ], ongelijkheid die te dezen erin zou bestaan dat de burgerlijke partij die evenzeer al haar rechten voor de bodemrechter kan laten gelden zich wel zou kunnen inmengen in het vervolgingsbeleid en een ontvankelijk hoger beroep zou kunnen instellen op grond van loutere individuele belangen wat evenzeer bij een verwijzing naar de bodemrechter tot de bevoegdheid van deze bodemrechter behoort ?