Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "ersten klagegrunds bemängeln " (Duits → Nederlands) :

In einem dritten Teil des ersten Klagegrunds bemängeln die klagenden Parteien, dass durch die angefochtene Bestimmung ein ungerechtfertigter Behandlungsunterschied zwischen zwei Kategorien von Ausländern vorgenommen werde, nämlich zwischen einerseits den Asylsuchenden und Antragstellern auf subsidiären Schutz und andererseits den anderen Ausländern.

In een derde onderdeel van het eerste middel voeren de verzoekende partijen aan dat de bestreden bepaling een onverantwoord verschil in behandeling maakt tussen twee categorieën van vreemdelingen, namelijk tussen, enerzijds, de asielaanvragers en aanvragers van subsidiaire bescherming en, anderzijds, de andere vreemdelingen.


Sowohl im ersten als auch im dritten Klagegrund bemängeln die klagenden Parteien die in Artikel 44/5 § 1 Absatz 1 Nr. 3 des Gesetzes über das Polizeiamt erwähnte Kategorie.

Zowel in het eerste als in het derde middel bekritiseren de verzoekende partijen de in artikel 44/5, § 1, eerste lid, 3°, van de wet op het politieambt bedoelde categorie.


Im ersten bis dritten Klagegrund in der Rechtssache Nr. 6372 und im ersten und zweiten Klagegrund in der Rechtssache Nr. 6373 bemängeln die klagenden Parteien, dass durch den angefochtenen Artikel 1412quinquies des Gerichtsgesetzbuches ungerechtfertigte Behandlungsunterschiede eingeführt würden in Bezug auf das Recht auf gerichtliches Gehör und das Eigentumsrecht zwischen den Gläubigern von fremden Mächten und allen anderen Gläubigern, einschließlich der Gläubiger von belg ...[+++]

Met het eerste tot en met het derde middel in de zaak nr. 6372 en met het eerste en het tweede middel in de zaak nr. 6373 klagen de verzoekende partijen aan dat het bestreden artikel 1412quinquies van het Gerechtelijk Wetboek onverantwoorde verschillen in behandeling invoert, met betrekking tot het recht op toegang tot een rechter en het eigendomsrecht, tussen de schuldeisers van buitenlandse mogendheden en alle andere schuldeisers, met inbegrip van de schuldeisers van Belgische publiekrechtelijke rechtspersonen.


Im ersten Teil des zweiten Klagegrunds in der Rechtssache Nr. 5741 bemängeln die klagenden Parteien, dass die angefochtene Bestimmung für die Dienstleistungen von Rechtsanwälten dieselbe Steuerregelung auferlege wie für alle Lieferungen von Gütern und die Dienstleistungen zum gewöhnlichen Verbrauch, die der Steuer unterlägen, während die Lieferungen von Gütern und die Dienstleistungen, die zur tatsächlichen Umsetzung von Grundrechten beitrügen, wegen der finanziellen Zugänglichkeit zu diesen Grundrechten von der Mehrwertsteuer befreit seien.

In het tweede middel, eerste onderdeel ervan, in de zaak nr. 5741 verwijten de verzoekende partijen de bestreden bepaling de diensten van advocaten aan dezelfde fiscale regeling te onderwerpen als alle leveringen van goederen en de dienstverrichtingen voor gewoon verbruik die aan de belasting zijn onderworpen, terwijl de leveringen van goederen en de dienstverrichtingen die bijdragen tot de daadwerkelijke verwezenlijking van grondrechten, om redenen van financiële toegankelijkheid van die grondrechten van de btw zijn vrijgesteld.


Im ersten Teil des ersten Klagegrunds bemängeln die klagenden Parteien, Artikel 47ter des Strafprozessgesetzbuches erlaube unverhältnismässige Verletzungen der durch Artikel 12 Absatz 2, Artikel 15 und Artikel 22 der Verfassung gewährleisteten Rechte, insofern er die Anwendung besonderer Ermittlungsmethoden « unabhängig von jeder gerichtlichen Zielsetzung » erlaube.

In het eerste onderdeel van het eerste middel verwijten de verzoekende partijen artikel 47ter van het Wetboek van Strafvordering dat het onevenredige inbreuken mogelijk maakt op de in artikel 12, tweede lid, artikel 15 en artikel 22 van de Grondwet gewaarborgde rechten, in zoverre dat artikel de aanwending van bijzondere opsporingsmethoden « los van elke gerechtelijke doelstelling » mogelijk zou maken.


Die klagenden Parteien in den Rechtssachen Nrn. 2271 (einziger Klagegrund), 2274 und 2276 (zweiter Teil des ersten Klagegrunds) bemängeln, dass Artikel 10 des Gesetzes vom 30. März 2001 gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit den Artikeln 177 und 184 der Verfassung sowie mit Artikel 1 des ersten Zusatzprotokolls zur Europäischen Menschenrechtskonvention, insbesondere dessen Artikel 1, verstosse, da er eine Unterscheidung zwischen den Mitgliedern des Einsatzkorps der ehemaligen Gendarmerie einführe, indem er das Pensionsalter je nach ihrem Kader auf 54, 56 oder 58 Jahre festlege.

De verzoekende partijen in de zaken nrs. 2271 (enig middel), 2274 en 2276 (tweede onderdeel van het eerste middel) voeren als grief tegen artikel 10 van de wet van 30 maart 2001 aan dat het in strijd is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, afzonderlijk gelezen of in samenhang met de artikelen 177 en 184 van de Grondwet, en met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, in zoverre het een onderscheid tussen de leden van het operationeel korps van de voormalige rijkswacht invoert door de pensioenleeftijd op 54, 56 of 58 jaar te bepalen naar gelang van het kader waartoe zij behor ...[+++]


Die klagenden Parteien in den Rechtssachen Nrn. 2272 (zweiter Klagegrund), 2274 und 2276 (erster Teil des ersten Klagegrunds) bemängeln ferner, dass Artikel 10 des Gesetzes vom 30. März 2001 einen diskriminierenden Behandlungsunterschied schaffe zwischen einerseits den Personalmitgliedern, die am 30. April 1999 oder am 1. Dezember 2000 dem Statut des Einsatzkorps der Gendarmerie unterstanden hätten oder als Militärpersonen dazu bezeichnet worden seien, im Verwaltungs- und Logistikkorps der Gendarmerie Dienst zu leisten, und andererseits den aus den anderen Polizeidiensten hervorgehenden Bediensteten.

De verzoekende partijen in de zaken nrs. 2272 (tweede middel), 2274 en 2276 (eerste onderdeel van het eerste middel) voeren ook nog als grief tegen artikel 10 van de wet van 30 maart 2001 aan dat het een discriminatoir verschil in behandeling in het leven roept tussen de personeelsleden die, op 30 april 1999 of op 1 december 2000, aan het statuut van het operationeel korps van de rijkswacht waren onderworpen of als militair waren aangewezen om te dienen in het administratief en logistiek korps van de rijkswacht, enerzijds, en de van de andere politiediensten afkomstige agenten, anderzijds.


Die klagenden Parteien in den Rechtssachen Nrn. 2272 (dritter Klagegrund), 2274 und 2276 (fünfter Teil des ersten Klagegrunds) bemängeln, dass Artikel 12 §§ 2 und 3 des angefochtenen Gesetzes eine Diskriminierung schaffe zwischen einerseits den Personalmitgliedern, die vor dem 1. April 2001 Funktionen als Mitglied des Einsatzkorps der Gendarmerie oder als Militärpersonen im Verwaltungs- und Logistikkorps der Gendarmerie ausgeübt hätten, und andererseits den Mitgliedern der anderen Polizeidienste, indem er nur der erstgenannten Kategorie den Vorteil der Ubergangsbestimmungen gewähre (A.6.1.3 und A.8.5.1).

De verzoekende partijen in de zaken nrs. 2272 (derde middel), 2274 en 2276 (vijfde onderdeel van het eerste middel) voeren als grief tegen artikel 12, §§ 2 en 3, van de bestreden wet aan dat een discriminatoir verschil in behandeling in het leven wordt geroepen tussen de personeelsleden die, vóór 1 april 2001, ofwel in de hoedanigheid van lid van het operationeel korps van de rijkswacht, ofwel in de hoedanigheid van militair tewerkgesteld in het administratief en logistiek korps van de rijkswacht ambten uitoefenden, enerzijds, en de leden van de andere politiediensten, anderzijds, doordat het voordeel van de overgangsbepalingen enkel aan ...[+++]




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'ersten klagegrunds bemängeln' ->

Date index: 2024-07-02
w