Vertaling van "erste präjudizielle frage " (Duits → Nederlands) :

In dieser Auslegung sind die fraglichen Bestimmungen mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung vereinbar und ist die erste präjudizielle Frage verneinend zu beantworten ».
In die interpretatie zijn de in het geding zijnde bepalingen bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet en dient de eerste prejudiciële vraag ontkennend te worden beantwoord ».

In der Auslegung durch den vorlegenden Richter sind die fraglichen Bestimmungen nicht mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung vereinbar und ist die erste präjudizielle Frage bejahend zu beantworten.
In de door de verwijzende rechter aangenomen interpretatie zijn de in het geding zijnde bepalingen niet bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet en dient de eerste prejudiciële vraag bevestigend te worden beantwoord.

In dieser Auslegung ist die erste präjudizielle Frage bejahend zu beantworten.
In die interpretatie dient de eerste prejudiciële vraag bevestigend te worden beantwoord.

Die drei präjudiziellen Fragen beziehen sich auf unterschiedliche Aspekte: den Unterschied zwischen der Erfahrung bei der Rechtsanwaltschaft und derjenigen eines Gewerkschaftsvertreters, der aufgrund von Artikel 728 § 3 des Gerichtsgesetzbuches handelt (erste präjudizielle Frage); den in der ersten präjudiziellen Frage aufgeworfenen Unterschied hinsichtlich der Berechnung des finanziellen Dienstalters eines Magistrats des Arbeitsgerichts (zweite präjudizielle Frage); den Unterschied zwischen der Erfahrung als Notar und derjenigen als Gewerkschaftsvertreter, der aufgrund von Artikel 728 § 3 des Gerichtsgesetzbuches handelt (dritte präjudiziellen Frage).
De drie prejudiciële vragen hebben betrekking op verschillende aspecten : het verschil tussen de ervaring aan de balie en die als vakbondsafgevaardigde die optreedt op grond van artikel 728, § 3, van het Gerechtelijk Wetboek (eerste prejudiciële vraag); het verschil opgeworpen in de eerste prejudiciële vraag, in het licht van de berekening van de geldelijke anciënniteit van een magistraat van de arbeidsrechtbank (tweede prejudiciële vraag); het verschil tussen de ervaring als notaris en die als vakbondsafgevaardigde die optreedt op grond van artikel 728, § 3, van het Gerechtelijk Wetboek (derde prejudiciële vraag).

In bezug auf die erste präjudizielle Frage sei auf die Erwägungen B.12 bis B.15 des Urteils Nr. 32/96 vom 15. Mai 1996 zu verweisen; da diese Erwägungen vollständig auf den vorliegenden Fall angewandt werden könnten, rechtfertige nichts eine Anderung der erwähnten Rechtsprechung, und diese erste präjudizielle Frage müsse somit ablehnend beantwortet werden.
Wat de eerste prejudiciële vraag betreft, wordt verwezen naar de overwegingen B.12 tot B.15 van het arrest nr. 32/96 van 15 mei 1996; aangezien die overwegingen te dezen volledig kunnen worden toegepast, verantwoordt niets dat de voormelde rechtspraak zou worden gewijzigd, en die eerste prejudiciële vraag moet dus ontkennend worden beantwoord.