20. würdigt die Verbesserung des Dialogs zwischen der Zivilgesellschaft und der Regierung und betont, dass der Dialog vertieft und erweitert und seine Errungenschaften gefestigt werden müssen – sowohl in den Bereichen Demokratie, Menschenrechte und bürgerliche Freiheiten als auch in Bezug auf die Gestaltung eines rechtsetzenden Rahmens für neue Reformen; betont die grundlegende Rolle der Zivilgesellschaft für die regionale Zusammenarbeit bei gesellschaftlichen und politischen Themen; fordert die Regierung auf, die Beteiligung von Akteuren der Zivilgesellschaft am politischen Gestaltungsprozess zu erleichtern;
20. waardeert de verbetering van de dialoog tussen het maatschappelijk middenveld en de regering en benadrukt dat de bereikte resultaten moeten worden geconsolideerd, verdiept en verbreed, zowel wat betreft democratie, mensenrechten en burgerlijke vrijheden als het scheppen van een wettelijk kader voor nieuwe hervormingen; onderstreept de essentiële rol van het maatschappelijk middenveld in regionale samenwerking met betrekking tot de sociale en politieke aspecten; verzoekt de regering de participatie van actoren van het maatschappelijk middenveld in het beleidsvormingsproces te vergemakkelijken;