Wie die Kläger angeben, besagte Artikel 2 des königlichen Erlasses vom 25. Juni 1991 « zur Festlegung der allgemeinen Bestimmungen über die Ausbildung der Offiziere der Gemeindepolizei, über
die Bedingungen zur Ernennung in den Offiziersdienstgraden der Gemeindepolizei sowie über die Bedingungen für die Anwerbung und Ernennung in den Dienstgrad eines Offiziersanwärters der Gemeindepolizei », dass man, um in den Dienstgrad eines Polizeihauptkommissars oder eines Polizeikommissars einer Gemeinde von mindestens der Klasse 17, das heisst gemäss Artikel 28 des Neuen Gemeindegesetzes einer Gemeinde mit mehr als 20.000 Einwohnern, ernannt zu we
...[+++]rden, Inhaber eines der Diplome oder einer der Studienbescheinigungen sein musste, die für die Anwerbungen in Stellen der Stufe 1 bei den Staatsverwaltungen berücksichtigt werden.Zoals de verzoekers aangeven, bepaalde artikel 2 van het koninklijk besluit van 25 juni 1991 « houdende de algemene bepalingen betreffende de opleiding van de officieren van de gemeentepolitie, de voorwaarden tot benoeming in de graden van officier van de gemeentepolitie en de voorwaarden tot aanwerving en benoeming in de graad van aspirant-officier van de gemeentepolitie » dat om benoemd te worden in de graad van hoofdcommissaris van politie of commissaris van politie van een gemeente waarvan de klasse gelijk is aan of h
oger dan klasse 17, zijnde een gemeente die meer dan 20.000 inwoners telt volgens artikel 28 van de Nieuwe Gemeentewet
...[+++], men houder diende te zijn van één van de diploma's of studiegetuigschriften die in aanmerking worden genomen voor de aanwerving in de betrekkingen van niveau 1 bij de rijksbesturen.