(2) Die Vorschriften in Absatz 1 gelten auch für die für das Amt des Präsidenten der Kommission vorgeschlagene Person und die designierten Kommissionsmitglieder, die ihre Erklärung rechtzeitig dem Europäischen Parlament vorzulegen haben, um diesem deren Prüfung zu ermöglichen.
2. De vereisten van lid 1 zijn ook van toepassing op de persoon die als kandidaat voor het ambt van voorzitter van de Commissie wordt voorgedragen en de kandidaat-commissarissen; zij dienen de verklaring tijdig bij het Europees Parlement in, zodat het Parlement de verklaringen kan onderzoeken.