Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Automatisch erkanntes Auswärtswählen
So erkannt und verkündet

Vertaling van "erkannt werden dass " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE
automatisch erkanntes Auswärtswählen

automatisch geïdentificeerde uitgaande gesprekken


Entscheidung von einem Strafgericht,in der über zivilrechtliche Ansprüche erkannt ist

beslissing van de strafrechter op een burgerlijke vordering




Bereiche, in denen Tiere untergebracht werden, pflegen

dierenverblijven onderhouden


Tourismusangebot eines Reiseziels zur weiteren Entwicklung | touristisches Angebot eines Reiseziels zur Weiterentwicklung | Tourismusangebot eines Reiseziels das weiterentwickelt werden kann | Tourismusangebot eines Reiseziels zur Weiterentwicklung

ontwikkelen van een mogelijke toeristische attractie | ontwikkelen van een mogelijke toeristische locatie | ontwikkelen van een mogelijke toeristische bezienswaardigheid | toeristische middelen voor een bestemming die verder ontwikkeld kan worden


Einhaltung von Instandhaltungs- und Rechtsvorschriften gewährleisten | Sicherstellen dass Wartungs- und Rechtsvorschriften eingehalten werden | Einhaltung von Wartungsvorschriften und Rechtsvorschriften sicherstellen | Erfüllung von Wartungs- und Rechtsvorschriften gewährleisten

zorgen dat de hygiëneregels worden nageleefd | zorgen dat er wordt voldaan aan de regels en wetgeving voor onderhoud | onderhoudsregels en -wetgeving naleven | zorgen dat de regels voor elektrische installaties worden nageleefd
IN-CONTEXT TRANSLATIONS
In seinen Entscheiden Nrn. 70/2007 vom 26. April 2007 und 121/2007 vom 19. September 2007, die auf Vorabentscheidungsfragen hin ergangen sind, hat der Gerichtshof für Recht erkannt, dass Artikel 1 des Gesetzes vom 12. Januar 1993 über ein Klagerecht im Bereich des Umweltschutzes in Verbindung mit Artikel 271 § 1 des Neuen Gemeindegesetzes nicht gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstößt, wenn diese Bestimmungen in dem Sinne ausgelegt werden, dass ein Einwohner einer Gemeinde im Nam ...[+++]

Bij zijn arresten nrs. 70/2007 van 26 april 2007 en 121/2007 van 19 september 2007, gewezen op prejudiciële vragen, heeft het Hof voor recht gezegd dat artikel 1 van de wet van 12 januari 1993 betreffende een vorderingsrecht inzake bescherming van het leefmilieu, in samenhang gelezen met artikel 271, § 1, van de Nieuwe Gemeentewet, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet schendt, wanneer die bepalingen in die zin worden geïnterpreteerd dat een inwoner van een gemeente namens die gemeente een vordering tot staking kan instellen, zelfs indien de betwiste handeling in overeenstemming is met een vergunning of een gunstig advies van die ge ...[+++]


Wie der Gerichtshof in seinen Entscheiden Nrn. 8/2004, 14/2004, 166/2004 und 173/2005 bereits erkannt hat, kann daraus geschlussfolgert werden, dass der Gesetzgeber immer bezweckte, die Interkommunalen, die in gewisser Hinsicht die Verlängerung der Gemeinden sind, von Steuern zu befreien, insofern die Gemeinden selbst der Steuer nicht unterlagen.

Zoals het Hof in zijn arresten nrs. 8/2004, 14/2004, 166/2004 en 173/2005 reeds heeft gesteld, kan daaruit worden opgemaakt dat de wetgever steeds de bedoeling heeft gehad om de intercommunales, die in een bepaald opzicht het verlengstuk vormen van de gemeenten, vrij te stellen van belastingen in zoverre de gemeenten zelf niet daaraan waren onderworpen.


In Bezug auf den zweiten Teil der Vorabentscheidungsfrage ist in erster Linie darauf hinzuweisen, dass der Gerichtshof in seinem vorerwähnten Entscheid Nr. 81/2011 (B.4.3, oben zitiert) bereits erkannt hat, dass die fragliche Bestimmung nicht als eine rückwirkende Bestimmung angesehen werden kann.

Ten aanzien van het tweede onderdeel van de prejudiciële vraag dient in eerste instantie te worden opgemerkt dat het Hof bij zijn voormelde arrest nr. 81/2011 (B.4.3, hiervoor geciteerd) reeds heeft gesteld dat de in het geding zijnde bepaling niet als een retroactieve bepaling kan worden aangezien.


Somit ist der Gesetzgeber dem Entscheid des Gerichtshofes Nr. 158/2009 vom 20. Oktober 2009 entgegengekommen, in dem dieser erkannt hat, dass das Fehlen jeglicher Frist in dem vorher geltenden Artikel 356 des EStGB 1992 für die Steuerverwaltung zur Vorlage einer Ersatzsteuer nach einer Ungültigkeitserklärung der angefochtenen Veranlagung durch den Richter dem Rechtssicherheitsgrundsatz Abbruch tat, während Artikel 355 dieses Gesetzbuches es der Steuerverwaltung erlaubt, eine neue Steuer festzulegen innerhalb dreier Monate ab dem Datum, an dem gegen den Beschluss des Steuerdirektors oder des von ihm beauftragten Beam ...[+++]

Aldus is de wetgever tegemoetgekomen aan het arrest van het Hof nr. 158/2009 van 20 oktober 2009, waarin het heeft geoordeeld dat het ontbreken van enige termijn, in het voorheen geldende artikel 356 van het WIB 1992, voor de fiscale administratie om een subsidiaire aanslag in te dienen na een vernietiging van de bestreden aanslag door de rechter, afbreuk deed aan het rechtszekerheidsbeginsel, terwijl artikel 355 van dat Wetboek de fiscale administratie toestaat een nieuwe aanslag te vestigen binnen een termijn van drie maanden nadat de beslissing tot vernietiging van een aanslag, genomen door de directeur van de belastingen of door de door hem gedelegeerde ambtenaar, niet meer voor de rechter kan worden ...[+++]


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
Der Kassationshof hat erkannt, dass die Gesamtschuldnerschaft von Rechts wegen wirksam ist und nicht durch den Strafrichter ausgesprochen werden muss (Kass., 15. Oktober 2002, Arr. Cass., 2002, Nr. 540).

Het Hof van Cassatie oordeelde dat de hoofdelijkheid van rechtswege werkt en niet door de strafrechter moet worden uitgesproken (Cass., 15 oktober 2002, Arr. Cass., 2002, nr. 540).


In seinem Entscheid Nr. 139/2013 vom 17. Oktober 2013 hat der Gerichtshof für Recht erkannt, dass Artikel 330 § 1 Absatz 4 des Zivilgesetzbuches nicht gegen die Artikel 22 und 22bis der Verfassung in Verbindung mit Artikel 8 der Europäischen Menschenrechtskonvention verstößt, indem er vorschreibt, dass die Klage auf Anfechtung einer väterlichen Anerkennung, die von der Person, die die Abstammung für sich in Anspruch nimmt, erhoben wird, binnen einem Jahr nach der Entdeckung der Tatsache, dass sie der Vater des Kindes ist, eingereicht werden ...[+++]

Bij zijn arrest nr. 139/2013 van 17 oktober 2013 heeft het Hof voor recht gezegd dat artikel 330, § 1, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek geen schending inhoudt van de artikelen 22 en 22bis van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre het bepaalt dat de vordering tot betwisting van een vaderlijke erkenning ingesteld door de persoon die de afstamming opeist, moet worden ingesteld binnen één jaar na de ontdekking van het feit dat hij de vader van het kind is.


In seinem Entscheid Nr. 165/2013 vom 5. Dezember 2013 hat der Gerichtshof für Recht erkannt, dass Artikel 330 § 1 Absatz 4 des Zivilgesetzbuches nicht gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit den Artikeln 8 und 14 der Europäischen Menschenrechtskonvention und mit dem Übereinkommen über die Rechte des Kindes verstößt, insofern er bestimmt, dass die Klage der Person, die die Abstammung für sich in Anspruch nimmt, binnen einem Jahr nach der Entdeckung der Tatsache, dass sie der Vater des Kindes ist, eingereicht werden ...[+++]

Bij zijn arrest nr. 165/2013 van 5 december 2013 heeft het Hof voor recht gezegd dat artikel 330, § 1, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek geen schending inhoudt van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 8 en 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met het Verdrag inzake de rechten van het kind, in zoverre het bepaalt dat de vordering van de persoon die de afstamming opeist, moet worden ingesteld binnen een jaar na de ontdekking van het feit dat hij de vader van het kind is.


In seinem Entscheid Nr. 139/2014 vom 25. September 2014 hat der Gerichtshof für Recht erkannt, dass Artikel 330 § 1 Absatz 4 des Zivilgesetzbuches nicht gegen die Artikel 10, 11 und 22 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit Artikel 8 der Europäischen Menschenrechtskonvention, verstößt, insofern er bestimmt, dass die Klage desjenigen, der das Kind anerkannt hat, binnen einem Jahr nach der Entdeckung der Tatsache, dass er nicht der Vater des Kindes ist, eingereicht werden muss.

Bij zijn arrest nr. 139/2014 van 25 september 2014 heeft het Hof voor recht gezegd dat artikel 330, § 1, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek geen schending inhoudt van de artikelen 10, 11 en 22 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre het bepaalt dat de vordering van de persoon die het kind heeft erkend, dient te worden ingesteld binnen een jaar na de ontdekking van het feit dat hij niet de vader van het kind is.


Euro-Banknoten, deren Echtheit nicht eindeutig festgestellt werden kann, weil Druckbild und Format erkannt, aber wegen Qualitäts- und/oder Toleranzabweichungen nicht alle von dem Automaten überprüften Echtheitsmerkmale erkannt werden.

Niet duidelijk echt bevonden eurobankbiljetten, omdat afbeelding en formaat werden herkend, maar niet alle door machine gecontroleerde echtheidskenmerken herkend werden vanwege kwaliteits- en/of tolerantieafwijkingen.


Obwohl in der präjudiziellen Frage nicht präzisiert wird, zwischen welchen Personen die fragliche Bestimmung einen Behandlungsunterschied einführen würde, kann davon ausgegangen werden, dass die Frage sich auf den Vergleich zwischen den Versicherten, die nicht entschädigt werden, wenn sie ungeachtet einer Wiederaufbauklausel das versicherte Gut nicht zum Zwecke derselben Nutzung wiederaufbauen, und den in den Urteilen Nr. 26/95 vom 21. März 1995 und Nr. 147/2001 vom 20. November 2001 des Hofes erwähnten Kategorien von Personen, die aufgrund einer unwiderlegbaren Vermutung der Kollusion oder des B ...[+++]

Hoewel in de prejudiciële vraag niet wordt gepreciseerd tussen welke personen de in het geding zijnde bepaling een verschil in behandeling zou teweegbrengen, kan worden aangenomen dat de vraag betrekking heeft op de vergelijking tussen de verzekerde die niet wordt vergoed wanneer hij in weerwil van een wederopbouwbeding het verzekerde goed niet voor hetzelfde gebruik wederopbouwt, en de in de arresten nr. 26/95 van 21 maart 1995 en nr. 147/2001 van 20 november 2001 van het Hof vermelde categorieën van personen, die van schadevergoeding worden uitgesloten op grond van een onweerlegbaar vermoeden van heimelijke verstandhouding of bedrog, u ...[+++]




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'erkannt werden dass' ->

Date index: 2022-10-28
w