1. Die Zulässigkeit der von einem Angehörigen der Europäischen Investitionsbank (EIB) erhobenen Klage hängt keineswegs von der Durchführung eines Güteverfahrens vor einem Schlichtungsausschuss nach Artikel 41 der Personalordnung der EIB oder von der vorherigen Einreichung eines Antrags oder einer Beschwerde ab.
1. De ontvankelijkheid van een door een personeelslid van de Europese Investeringsbank (EIB) ingesteld beroep hangt niet af van de uitputting van een procedure van minnelijke schikking voor de verzoeningscommissie bedoeld in artikel 41 van het Personeelsreglement van de EIB noch van de voorafgaande indiening van een verzoek of klacht.
