19. stellt fest, dass viele Länder weltweit, auch die großen Schwellenländer, Exporte der Europäischen Union mit hohen Zöllen und NTH belegen; ist der Auffassung, dass die Aufhebung bzw. der erhebliche Abbau solcher Hemmnisse unter gebührender Berücksichtigung von entwicklungspolitischen Überlegungen zu den wichtigsten Prioritäten der EU-Handelspolitik zählen sollte;
19. constateert dat tal van landen in de wereld, met inbegrip van grote opkomende economieën, vasthouden aan hoge tarifaire en non-tarifaire barrières voor de EU-export; beschouwt de opheffing of significante beperking van die barrières, met adequate inachtneming van de ontwikkelingsaspecten, als een van de hoofdprioriteiten van het Europese handelsbeleid;
