(7) Legt in einem Mitgliedstaat das Ergebnis einer Straßenkontrolle, der der Fahrer eines in einem anderen Mitgliedstaat zugelassenen Fahrzeugs unterzogen wird, den Verdacht auf Verstöße nahe, die eine ergänzende Kontrolle auf dem Betriebsgelände erforderlich erscheinen lässt , so leisten die zuständigen Behörden der betreffenden Mitgliedstaaten einander bei der Klärung Amtshilfe.
7. Indien in een lidstaat de bevindingen van een wegcontrole van de bestuurder van een in een andere lidstaat ingeschreven voertuig, reden geven om aan te nemen dat er inbreuken zijn gepleegd waardoor een extra controle op het terrein van de onderneming noodzakelijk lijkt , helpen de bevoegde instanties van de betrokken lidstaten elkaar bij het ophelderen van de situatie.