(3) Die Mitgliedstaaten können die in den Artikeln 1 und 2 genannten ERE-Beträge nach Umrechnung in die Landeswährung auf- oder abrunden, sofern hierbei 2 ERE nicht überschritten werden.
3 . De Lid-Staten mogen de bedragen in nationale valuta , voortvloeiende uit de omrekening van de in ERE luidende bedragen als bedoeld in de artikelen 1 en 2 , afronden met ten hoogste 2 ERE .