(18) Diese Ziele sollten für Zoonosen und Zoonoseerreger in der Tierpopulation festgelegt werden; zu berücksichtigen sind dabei insbesondere die Zoonosen- und Erregerinzidenz und die epidemiologische Entwicklungstendenz in der Tier- und Humanpopulation, die Schwere der menschlichen Krankheitsfälle, die potenziellen wirtschaftlichen Konsequenzen für Gesundheitswesen und Lebensmittelunternehmen sowie das Vorhandensein angemessener Maßnahmen zur Reduzierung der Zoonosen- und Erregerprävalenz.
(18) De doelstellingen moeten voor zoönoses en zoönoseverwekkers bij dieren worden vastgesteld met inachtneming van de incidentie en de epidemiologische tendensen bij dieren en bij mensen, de ernst voor mensen, de potentiële economische gevolgen op het gebied van de gezondheidszorg en voor de levensmiddelenbedrijven, en het bestaan van adequate maatregelen om de prevalentie terug te dringen.