(3) Die Mitgliedstaaten, die Vertragsparteien des Übereinkommens sind, haben einen Vorbehalt gegen die Aufnahme der Arten Mustela altaica, Mustela kathiah und Mustela sibirica in den Anhang III des Übereinkommens angemeldet.
(3) De lidstaten, die partij zijn bij de overeenkomst, hebben een voorbehoud gemaakt ten aanzien van de opneming van Mustela altaica, Mustela kathiah en Mustela sibirica in de lijst van bijlage III van de overeenkomst.