Vertaling van "entwicklung ihrer reaktionen " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

Programm zur Verbesserung der Rahmenbedingungen für Unternehmen in der Gemeinschaft, insbesondere für kleine und mittlere Unternehmen und zur Förderung ihrer Entwicklung
Programma voor verbetering van het ondernemingsklimaat en de bevordering van de ontwikkeling van ondernemingen, in het bijzonder van het midden- en kleinbedrijf, in de Gemeenschap

Programm zur Verbesserung der Rahmenbedingungen für Unternehmen in der Gemeinschaft,insbesondere für kleine und mittlere Unternehmen und zur Förderung ihrer Entwicklung
Programma voor verbetering van het ondernemingsklimaat en de bevordering van de ontwikkeling van ondernemingen,in het bijzonder van het midden-en kleinbedrijf,in de Gemeenschap

Programm zur Verbesserung der Rahmenbedingungen für Unternehmen in der Gemeinschaft, insbesondere für kleine und mittlere Unternehmen, und zur Förderung ihrer Entwicklung | INTERPRISE [Abbr.]
programma voor verbetering van het ondernemingsklimaat en de bevordering van de ontwikkeling van ondernemingen, in het bijzonder van het midden- en kleinbedrijf, in de Gemeenschap | INTERPRISE [Abbr.]

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

6. fordert die Kommission und den Rat auf, die digitalen Freiheiten unmissverständlich als Grundrechte und als unverzichtbare Voraussetzungen für den Genuss der universellen Menschenrechte anzuerkennen; betont, das die Mitgliedstaaten bei der Entwicklung ihrer Reaktionen auf Cyber-Bedrohungen und -angriffe danach streben sollten, niemals die Rechte und Freiheiten ihrer Bürger zu gefährden, und dass sie für angemessene Unterschiede in den Rechtsvorschriften zu Cyber-Störfällen im zivilen und militärischen Bereich Sorge tragen sollten; fordert, dass die Möglichkeiten der Bürger, Instrumente im Bereich der Informations- und Kommunikationstechnologien zu nutzen, nur mit ausgesprochener Vorsicht eingeschränkt werden dürfen;
6. verzoekt de Commissie en de Raad, de digitale vrijheden eenduidig te erkennen als grondrechten en als een absolute vereiste voor de uitoefening van de universele mensenrechten; benadrukt dat de lidstaten zich ten doel moeten stellen bij het ontwikkelen van hun reacties op cyberdreigingen en -aanvallen nooit de rechten en vrijheden van hun burgers in gevaar te brengen en dat zij in hun wetgeving een duidelijk onderscheid moeten maken tussen cyberincidenten op civiel en op militair vlak; is van oordeel dat voorzichtigheid geboden is bij het opleggen van restricties aan het gebruik dat burgers kunnen maken van informatie- en communicatietechnologie;

4. betont, dass sich wirksame Reaktionen auf die Krisen und Sicherheitsbedrohungen von heute, einschließlich Naturkatastrophen, sowohl auf wirksame zivile als auch wirksame militärische Fähigkeiten stützen können müssen und oft eine engere Zusammenarbeit zwischen ihnen erforderlich machen; erinnert daran, dass die Entwicklung des umfassenden Ansatzes der EU und ihrer kombinierten militärischen und zivilen Fähigkeiten im Bereich des Krisenmanagements schon immer entscheidende Merkmale der GSVP waren und den Kern ihres zusätzlichen Nutzens darstellen; erinnert gleichzeitig daran, dass die GSVP nicht das einzige zur Verfügung stehende Instrument ist und dass GSVP-Missionen als Teil einer breiteren EU-Strategie genutzt werden sollten;
4. benadrukt dat voor doeltreffende reacties op de crises en veiligheidsbedreigingen van vandaag de dag, waaronder ook natuurrampen, vaak zowel burgerlijke als militaire vermogens moeten worden aangesproken, en dat daarom nauwere samenwerking tussen die twee nodig is; herinnert eraan dat de ontwikkeling van de alomvattende benadering van de EU en van haar gecombineerde militaire en civiele crisisbeheersingscapaciteit kenmerkende eigenschappen zijn van het GVDB en de eigenlijke meerwaarde daarvan uitmaken; herinnert er tevens aan dat het GVDB niet het enige voorhanden instrument is en dat GVDB-missies gebruikt moeten worden als onderdeel van een bredere EU-strategie;

6. vertritt die Auffassung, dass die Europäische Union in Abstimmung mit den Mitgliedstaaten umfassender an den Programmen der VN beteiligt werden muss (Beteiligung an der Anfangsphase der Beurteilung der Erfordernisse, bei der Ausarbeitung entsprechender Reaktionen sowie an der Phase nach der Umsetzung der Beschlüsse) und dass die Europäische Union die für das Jahr 2004 anberaumte Regierungskonferenz nutzen sollte, um die Fragen im Zusammenhang mit der Rechtsgrundlage ihrer außenpolitischen Maßnahmen im Rahmen des internationalen Rechts zu klären, wobei insbesondere der rechtliche Status der Europäischen Kommission bei internationalen Institutionen genauer definiert und gestärkt werden sollte; vertritt die Ansicht, dass die Kommission den Status eines Vollmitglieds in den Spezialorganen der VN erhalten muss, und zwar in gleicher Weise, wie sie Mitglied der Ernährungs- und Landwirtschaftsorganisation der VN ist; fordert außerdem, dass die Art und die Mittel der Delegationen der Kommission bei den VN ihrer immer größeren Rolle, die sie bei der Durchführung der außenpolitischen Maßnahmen der Union im Allgemeinen und im Bereich der Entwicklung und humanitären Hilfe im Besonderen sowie bei der Koordinierung zwischen der Kommission und den fünfzehn Mitgliedstaaten spielen, angepasst werden, um die Kohärenz und die gesamte Tragweite der Maßnahmen der Europäischen Union in diesem Bereich zu gewährleisten;
6. is van mening dat de EU, tezamen met de lidstaten, een grotere inbreng moet hebben in de VN-programma's (deelneming zowel aan de beginfase van de beoordeling van de behoeften, de uitwerking van de meest adequate oplossingen, als aan de fase van de implementatie van de besluiten) en dat de EU de Intergouvernementele Conferentie die voor het jaar 2004 op het programma staat, moet gebruiken om helderheid te scheppen in kwesties ten aanzien van de rechtsgrondslag van haar optreden naar buiten toe in het kader van het internationaal recht, met name door de juridische status van de Europese Commissie te preciseren en te versterken binnen de internationale instellingen en haar de status van volwaardig lid van de gespecialiseerde VN-organisaties te verlenen op dezelfde manier als ze lid van de Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO) is; wenst ook dat de opdracht en middelen van de delegaties van de Commissie bij de Verenigde Naties aangepast worden aan de alsmaar grotere rol die ze te vervullen krijgen in het optreden van de Europese Unie tegenover de buitenwereld in het algemeen, en meer in het bijzonder voor ontwikkeling en humanitaire hulpverlening, en voor de coördinatie tussen de Commissie en de 15 lidstaten, om te zorgen voor de samenhang en algemene slagkracht van de EU-beleidsvoering op die terreinen;

6. vertritt die Auffassung, dass die EU in Abstimmung mit den Mitgliedstaaten umfassender an den Programmen der VN beteiligt werden muss (Beteiligung an der Anfangsphase der Beurteilung der Erfordernisse, bei der Ausarbeitung entsprechender Reaktionen sowie an der Phase nach der Umsetzung der Beschlüsse) und dass die EU die für das Jahr 2004 anberaumte Regierungskonferenz nutzen sollte, um die Fragen im Zusammenhang mit der Rechtsgrundlage ihrer außenpolitischen Maßnahmen im Rahmen des internationalen Rechts zu klären, wobei insbesondere der rechtliche Status der Europäischen Kommission bei internationalen Institutionen genauer definiert und gestärkt werden sollte; vertritt die Ansicht, dass die Kommission den Status eines Vollmitglieds in den Spezialorganen der VN erhalten muss, und zwar in gleicher Weise, wie sie Mitglied der Ernährungs- und Landwirtschaftsorganisation der Vereinten Nationen ist; fordert außerdem, dass die Art und die Mittel der Delegationen der Kommission bei den Vereinten Nationen ihrer immer größeren Rolle, die sie bei der Durchführung der außenpolitischen Maßnahmen der Union im Allgemeinen und im Bereich der Entwicklung und humanitären Hilfe im Besonderen sowie bei der Koordinierung zwischen der Kommission und den fünfzehn Mitgliedstaaten spielen, angepasst werden, um die Kohärenz und die gesamte Tragweite der Maßnahmen der Europäischen Union in diesem Bereich zu gewährleisten;
6. is van mening dat de EU, tezamen met de lidstaten, een grotere inbreng moet hebben in de VN-programma's (deelneming zowel aan de beginfase van de beoordeling van de behoeften, de uitwerking van de meest adequate oplossingen, als aan de fase van de implementatie van de besluiten) en dat de EU de Intergouvernementele Conferentie die voor het jaar 2004 op het programma staat, moet gebruiken om helderheid te scheppen in kwesties ten aanzien van de rechtsgrondslag van haar optreden naar buiten toe in het kader van het internationaal recht, met name door de juridische status van de Europese Commissie te preciseren en te versterken binnen de internationale instellingen en haar de status van volwaardig lid van de gespecialiseerde VN-organisaties te verlenen op dezelfde manier als ze lid van de Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO) is; wenst ook dat de opdracht en middelen van de delegaties van de Commissie bij de Verenigde Naties aangepast worden aan de alsmaar grotere rol die ze te vervullen krijgen in het optreden van de Europese Unie tegenover de buitenwereld in het algemeen, en meer in het bijzonder voor ontwikkeling en humanitaire hulpverlening, en voor de coördinatie tussen de Commissie en de 15 lidstaten, om te zorgen voor de samenhang en algemene slagkracht van de EU-beleidsvoering op die terreinen;