Der fragliche Artikel XI. 29 § 1 Buchstabe b) dieses Gesetzbuches bezieht sich seinerseits auf ein « Verfahrenspatent », das dem Patentinhaber eines « Verfahrens » das Recht verleiht, es einer Drittperson, die nicht die Zustimmung des Patentinhabers
hat, zu verbieten, entweder dieses Verfahren anz
uwenden oder, wenn die Drittperson weiß oder es aufgrund der Umstände offensichtlich ist, dass die Anwendung des Verfahrens ohne Zustimmung
des Patentinhabers verboten ist, « zur Anwendun ...[+++]g auf belgischem Staatsgebiet anzubieten ».
Het in het geding zijnde artikel XI. 29, § 1, b), van dat Wetboek van zijn kant heeft betrekking op een « werkwijzeoctrooi » dat de octrooihouder van een « werkwijze » het recht geeft om iedere derde die niet zijn toestemming hiertoe heeft verkregen te verbieden, hetzij die werkwijze toe te passen, hetzij, indien de derde weet of het gezien de omstandigheden duidelijk is dat het verboden is de werkwijze zonder toestemming van de octrooihouder, « voor toepassing op Belgisch grondgebied aan te bieden ».