Aus den Darlegungen der in der Rechtssache Nr. 4134 hinterlegten Klageschrift geht nicht hervor, dass der Anspruch auf Ruhestandspension einer der klagenden Parteien vor dem 1. Januar 1983 entstanden wäre, weshalb keine der klagenden Parteien ein Interesse aufweist, die Nichtigerklärung der Artikel 290 und 295 des Gesetzes vom 20. Juli 2006 zu beantragen.
Uit de uiteenzetting in het verzoekschrift neergelegd in de zaak nr. 4134 blijkt niet dat het recht op een rustpensioen van een van de verzoekers zou zijn ontstaan vóór 1 januari 1983, zodat geen enkele van de verzoekers doet blijken van een belang bij het vorderen van de vernietiging van de artikelen 290 en 295 van de wet van 20 juli 2006.