13. unterstreicht, dass der wirksame Grenzschutz an den Außengrenzen der EU-Mitgliedstaaten mit einem kohärenten und strukturierten Gemeinschaftsrahmen und entsprechenden Methoden ausgebaut werden sollte unter gleichzeitiger Berücksichtigung der besonderen Bedürfnisse der neuen Mitgliedstaaten;
13. onderstreept dat een doeltreffend beheer van de buitengrenzen van de EU-lidstaten moet stoelen op een samenhangend en gestructureerd EU-kader met passende werkmethoden, rekening houdend met de bijzondere behoeften van de nieuwe lidstaten;