45. fordert eine wirksame Anwendung des Grundsatzes der Verhältnismäßigkeit auf die Programmplanung (Artikel 31 bis 37), die Evaluierung(Artikel 45), die Verwaltung, die Begleitung und die Kontrollen (Artikel 57 bis 73) entsprechend dem Umfang der Programme; vertritt darüber hinaus die Ansicht, dass in diesen Bereichen im Interesse aller Mitgliedstaaten der Grundsatz der Vereinfachung auf alle Programme angewandt werden sollte;
45. pleit ervoor dat het proportionaliteitsbeginsel effectief wordt toegepast op de programmering (artikelen 31 tot 37), evaluatie (artikel 45) en beheer, toezicht en controles (artikelen 57 tot 73), afhankelijk van de omvang van de programma's; is bovendien van mening dat in het belang van alle lidstaten op deze terreinen het beginsel van vereenvoudiging op alle programma's moet worden toegepast;