« Verstößt Artikel 39 § 1 des Gesetzes vom 3hhhhqJuli 1978 über die Arbeitsverträge gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, dahingehend ausgelegt, dass ein Arbeitnehmer, der zuerst teilzeitig und anschließend vollzeitig gearbeitet hat, bevor er arbeitsunfähig wurde, Anspruch auf eine Entlassungsentschädigung hat, die aufgrund der für die Teilzeitarbeit tatsächlich erhaltenen Entlohnung berechnet wird, wenn er zum Zeitpunkt der Beendigung seines Arbeitsvertrags mittels Entsch
ädigung auf eigenen Wunsch (und ohne Eingreifen des Vertrauensarztes seiner Krankenkasse) erneut teilz
eitig arbeitete und ...[+++]entsprechend entlohnt wurde, ohne dass ein Arbeitsvertrag, der die in Artikel 11bis des Gesetzes vom 3hhhhqJuli 1978 vorgesehenen Formbedingungen erfüllt, aufgesetzt worden war?« Schendt artikel 39, § 1, van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in die zin geïnterpreteerd dat een werknemer die eerst deeltijds en daarna voltijds heeft gewerkt alvorens arbeidsongeschikt te worden, recht heeft op een compenserende opzeggingsvergoeding die wordt berekend op basis van het loon dat deeltijds werkelijk is geïnd, omdat hij, op de datum van verbreking van zijn arbeidsovereenkomst met vergoeding, op eigen verzoek (en zonder het optreden van de adviserende arts van zijn ziekenfonds), opnie
uw deeltijds werkte en verhoudingsgewijs werd bezoldigd, zonder dat een ar
...[+++]beidsovereenkomst is opgemaakt die voldeed aan de bij artikel 11bis van de wet van 3 juli 1978 bepaalde vormvereisten ?