(3) In dem Antrag erklärt der Gläubiger, dass die vorgelegten Informationen nach seinem besten Wissen und Gewissen der Wahrheit entsprechen; ferner erkennt er an, dass jede vorsätzliche gegebene falsche Information die Sanktionen nach sich ziehen kann, die nach dem Recht des Ursprungsmitgliedstaats für den jeweiligen Fall vorgesehen sind.
3. In het verzoek geeft de eiser aan dat hij de informatie naar beste weten en naar waarheid heeft verstrekt en hij erkent dat het opzettelijk verstrekken van valse informatie kan leiden tot passende sancties op grond van het recht van de lidstaat van oorsprong.