Zunächst prüfte die Kommission nach Artikel 2 Absatz 2 der Grundverordnung bei allen in die Stichprobe einbezogenen ausführenden Herstellern, ob ihre Inlandsverkäufe der gleichartigen Ware an unabhängige Abnehmer in Indonesien repräsentativ waren, d. h. ob die Gesamtmenge der Inlandsverkäufe im UZ mindestens 5 % der Gesamtmenge ihrer Ausfuhrverkäufe der betroffenen Ware in die Union entsprach.
Eerst heeft de Commissie voor elke in de steekproef opgenomen producent-exporteur onderzocht of de totale aan onafhankelijke afnemers op de binnenlandse markt van Indonesië verkochte hoeveelheid van het soortgelijke product representatief was, dat wil zeggen of die binnenlandse verkoop ten minste 5 % vertegenwoordigde van de totale uitvoer van het betrokken product naar de Unie in het OT overeenkomstig artikel 2, lid 2, van de basisverordening.